GL VWO 5 Chapitre 1 & comparaisons & verbes & signaalwoorden
1 / 25
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schrijf 3 Franse signaalwoorden op met de vertaling erbij.
Slide 2 - Question ouverte
Voortaan, vanaf nu
Slide 3 - Question ouverte
toen, zodra
Slide 4 - Question ouverte
voornamelijk
Slide 5 - Question ouverte
en dan nog iets...
A
autrefois
B
alors
C
d'ailleurs
D
en clair
Slide 6 - Quiz
milieu / liefdadigheid
Slide 7 - Carte mentale
la générosité
Slide 8 - Question ouverte
envisager de
Slide 9 - Question ouverte
l'âme
Slide 10 - Question ouverte
avoir tort de
Slide 11 - Question ouverte
Welk Frans woord
hoort bij dit
plaatje?
hoort bij dit
plaatje?
Slide 12 - Question ouverte
Welk Frans woord
hoort bij dit
plaatje?
hoort bij dit
plaatje?
Slide 13 - Question ouverte
Het is een gereedschap waarmee je kunt verbouwen.
Slide 14 - Question ouverte
Ik vind het belachelijk om te verspillen.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Vidéo
Joel est un __________ étudiant ___________ (beter) que Pauline. Schrijf de hele zin op.
Slide 17 - Question ouverte
Ma voiture roule _______________ (het snelst)
Slide 18 - Question ouverte
Faire - Futur simple
Slide 19 - Carte mentale
Aller - Conditionnel
Slide 20 - Carte mentale
nous ___________ (pouvoir, présent)
Slide 21 - Question ouverte
ils _________ (pouvoir, présent)
Slide 22 - Question ouverte
Mes frères et moi __________ (aller, imparfait)
Slide 23 - Question ouverte
Le chat ___________ (faire, conditionnel)
Slide 24 - Question ouverte
Je connais tout par coeur!!!
A
B
C
D
