Les 1

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

ADL 

Persoonlijke verzorging en ADL

Methodisch werken

Wat is ADL?

ADL

ADL: Algemene dagelijkse levensverrichtingen

• Wassen/douchen
• Aan- en uitkleden
• Mondverzorging
• Haarverzorging
• Voet- en handverzorging
• Verzorging van de oren, ogen en neus

Wanneer helpen we iemand bij ADL?

-Bij iemand met een zelfzorgtekort

-Bij iemand met verminderde zelfredzaamheid

-Bij iemand die erg vermoeid is

Wat is zelfredzaamheid ?

Wat is eigen regie?

Wat is het verband?

Zelfredzaamheid

Je bent zelf in staat handelingen te verrichten die nodig zijn in het dagelijks leven. 

Zelfregie

Je mag alle beslissingen zelf maken die richting geven aan het leven. 

Belang van zelfregie

- Beter in staat om met tegenslagen om te gaan;

- Het vermindert stress en bevordert het welbevinden.

Het verbetert de kwaliteit van leven

Autonomie

De vrijheid hebben om zaken na te streven die belangrijk en waardevol voor je zijn en om eigen keuzes te maken.

Bekijk het filmpje en geef antwoord op de volgende vragen: 

Wat kun je vertellen over de zelfredzaamheid van deze cliënt? 

Is er sprake van zelfregie? 

Is er sprake van autonomie?

Wat valt je op aan de zorgverlener?

Aandachtspunten

- Houdt rekening met wensen en gewoonten

-Houdt rekening met privacy

- Houdt rekening met de gevoelens van de zorgvrager

- Stimuleer zelfredzaamheid

- Observeer de zorgvrager tijdens de handeling (fysiek en mentaal)

- Let op je eigen houding

-Werk hygiënisch en zorgvuldig.

het nachtkastje

Hoe kun je te weten komen wat de ondersteuning behoefte in de ADL is?

Wonen...of hotel

Wat is de meerwaarde om mensen zoveel mogelijk zelf te laten doen?

Wanneer heb jij een kop koffie verdiend?

Tweetallen

a. Welke kledingvoorschriften gelden er binnen jouw organisatie en waarom is dit juist binnen jouw organisatie belangrijk?

b. Bekijk de afbeelding persoonlijke hygiëne in beeld. Volg jij de voorschriften die hier op staan altijd op? Waarom wel/niet?

c. Spreek je wel eens collega's aan op kleding-/hygiënevoorschriften? Wat is hiervan het effect?

Ergonomisch werken

Een goede houding bij tillen belangrijk

Ter voorkomen van beschadigen van de botten, spieren, pezen, banden en gewrichten.

Bekende klachten: lage rugklachten, klachten van nek, schouders en armen.

Als verpleegkundige kun je tijdens het uitvoeren van je werkzaamheden je botten, spieren, pezen, banden en gewrichten overbelasten, waardoor ze beschadigd kunnen raken. Dit kan tot pijn en andere klachten leiden. Bekend zijn vooral de lage rugklachten en last hebben van nek, schouders en armen.

Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 40% van de werknemers in de gezondheidszorg last heeft van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat.Rugklachten zijn de tweede belangrijkste reden – na griep of verkoudheid – om te verzuimen en daarmee verantwoordelijk voor 15% van de verzuimdagen in Nederland. Daarnaast geeft 21% van deze verzuimende werknemers aan dat het werk de hoofdoorzaak is van deze klachten en 32% dat het werk mede de oorzaak is.De Gezondheidsraad benadrukt dat ook tilgewichten van 23 en 25 kg tot extra rugklachten leiden en dat alleen aandacht voor het tilgewicht onvoldoende is om lage rugklachten te voorkómen.

Bron: Signaleringsrapport beroepsziekten van het Nederlands Centrum Beroepsziekten, 2014

Hoeveel kilo mag je trekken, tillen of duwen?

niet meer tillen dan 23 kg

niet meer trekken/duwen dan 15 kg per hand, of 25 kg per twee handen

niet meer trekken dan 5 kg wanneer de kracht uit de vingers komt

Om te kunnen zien wanneer iets te zwaar is, zijn er in de Praktijkrichtlijnen fysieke belasting normen opgesteld.

De normen geven aan wat wel en niet mag als het gaat om fysieke belasting en worden als volgt ingevuld:

niet meer tillen dan 23 kg

niet meer trekken/duwen dan 15 kg per hand, of 25 kg per twee handen

niet meer trekken dan 5 kg wanneer de kracht uit de vingers komt

 

De Praktijkrichtlijnen fysieke belasting geven per branche aan:

wanneer fysieke belasting overgaat in fysieke overbelasting;

welk type (til)hulpmiddel er dan gebruikt moet worden;

welke hulpmiddelen je kunt gebruiken om te checken of je volgens deze richtlijnen werkt.

 

De Praktijkrichtlijnen fysieke belasting geven iedereen duidelijkheid over de grenzen tussen toelaatbare en niet meer toelaatbare belasting tijdens het werk. Ze vormen daarmee de basis voor een effectief preventiebeleid in een instelling. Voor zorgverleners zijn er praktijkrichtlijnen opgesteld in drie versies:

voor zorgverleners

voor zorgverlening cliënten

voor huishoudelijke zorg

 

Meer informatie vind je op www.arbocatalogusvvt.nl.

Andere landelijke maatregelen die ook in de arbocatalogus worden genoemd zijn:

de indeling in mobiliteitsklassen;

het gebruik van het transferprotocol. (Zie de paragraaf ‘Transferprotocol en hulpmiddelen bij het tillen’.)

 

 Tillen en verplaatsen

Je werkt ergonomisch zodat je geen lichamelijke klachten krijgt. 

Je let op een goede, gezonde en veilige houding. 

Om een zorgvrager te ondersteunen bij het bewegen zijn er: hulpmiddelen.

Communicatie

Het mondeling doorgeven van informatie of een boodschap heet verbale communicatie.
Het overgrote deel van onze communicatie verloopt non-verbaal. 

Non-verbale communicatie is alle communicatie die niet loopt via woorden of taal.

0

Praktijk gedeelte

Transfer in en uit bed ​

Transfer in en uit stoel

Ondersteunen bij lopen, staan en zitten​

Naar het toilet gaan

Bed opmaken​

Helpen bij toiletverzorging 

Weinig hulp: 

- hulp bij het lopen

- knoop of rits openmaken

Veel hulp: 

- hulp bij het zitten en opstaan

- Op toilet(stoel) helpen. 

6. Bed opmaken

Vilans protocollen

Cirkelnet: zoekfunctie Vilans

eenmalig registreren