Franse revolutie in 30 minuten digiles

De Franse Revolutie
in 30 minuten 
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De Franse Revolutie
in 30 minuten 

Slide 1 - Diapositive

Er waren eens goede ideeën, maar
ze waren niet toegestaan.
Goede ideeën mocht je niet denken,
wat had je daar nu aan?
Wacht maar tot de tijd rijp is.
Wanneer is die rijpe tijd?
Bij armoede, honger en ongelijkheid

Goede ideeën + crisis = 
tijd voor revolutie!

Slide 2 - Diapositive

  1. welke ideeën? De …………

  

Slide 3 - Diapositive

Fase 1: - 1789
- De Franse staat is blut (armoede)
- De bevolking had honger door misoogsten en hoge belastingen
- De koning vraagt nieuwe belastingen aan de drie standen. Door de ongelijkheid tussen de standen komt de belasting voor rekening van de arme hongerige bevolking. De kerk en adel zijn vrijgesteld van belasting.
Revolutie: 
een nieuwe Nationale Vergadering maakt een grondwet tegen het absolutisme en de standenmaatschappij: 
iedereen is gelijk voor de wet en de koning is gebonden aan de wet. 
( = verlichtingsideeën)  

Slide 4 - Diapositive

Fase 2: - 1792
- De koning vlucht en zoekt hulp bij zijn schoonvader de Duitse Keizer
- De koning wordt onderschept en beschuldigd van hoogverraad.


Revolutie 2.0:
de Koning wordt veroordeeld tot de doodstraf en de Republiek wordt uitgeroepen. 
Steeds meer mensen mogen stemmen voor de Nationale Vergadering. 
Het bezit van de kerk wordt nu van de staat (het volk). 
( = meer radicale verlichtingsideeën)

Slide 5 - Diapositive

Fase 3: - 1799
- De leider van de radicale republiek (Robespièrre) wordt steeds meer een tiran
- Er komt een periode van terreur met als symbool de Guillotine. (ongelijkheid)
- De tiran komt ten val, er komen gevechten om de regeringsmacht en de oorlogen met het buitenland nemen toe.

Revolutie 3.0
de succesvolle generaal Napoleon Bonaparte grijpt de macht. 
Het volk heeft geen inspraak meer, maar blijft wel gelijk voor de wet.

(terug naar een sterke vorst maar met gematigde verlichtingsideeën )

Slide 6 - Diapositive


“ Wij vragen ons slechts drie dingen af.
   
Wat is de derde stand? Alles! 
Wat is hij tot nu toe in de politiek geweest? Niets! 
Wat verlangt hij?
  Iets te worden!"
Dit is een uitspraak uit het begin van de Revolutie . Leg uit dat het past bij de verlichting.

Slide 7 - Question ouverte


“ Wij vragen ons slechts drie dingen af.
   
Wat is de derde stand? Alles! 
Wat is hij tot nu toe in de politiek geweest?
Niets! 
Wat verlangt hij?
  Iets te worden!"
Dit is een uitspraak uit het begin van de Revolutie . Leg uit dat het een roep om revolutie is

Slide 8 - Question ouverte

Zet in chronologische volgorde
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen voor nieuwe belastingen
Rousseau schrijft dat het volk meer macht zou moeten hebben
Napoleon aan de macht.
Onthoofding van Lodewijk XVI
Robespierre aan de macht, de terreur 
nationale vergadering schrijft grondwet

Slide 9 - Question de remorquage

Er waren eens goede ideeën, maar
ze waren niet toegestaan.
Goede ideeën mocht je niet denken,
wat had je daar nu aan?
Wacht maar tot de tijd rijp is.
Wanneer is die rijpe tijd?
Bij armoede, honger en ongelijkheid

Goede ideeën + crisis = 
tijd voor revolutie!

Slide 10 - Diapositive