paragraaf 5.2 van ultraviolet tot infrarood deel 1

Van infrarood tot ultraviolet deel 1 (H 5.2)
Tentamen 1
Neem voor je:
  • schrift
  • pen, potlood en geodriehoek
  • rekenmachine
  • boek, paragraaf 5.1 (blz 86)
  • werkboek B, paragraaf 5.1 (blz 6)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Van infrarood tot ultraviolet deel 1 (H 5.2)
Tentamen 1
Neem voor je:
  • schrift
  • pen, potlood en geodriehoek
  • rekenmachine
  • boek, paragraaf 5.1 (blz 86)
  • werkboek B, paragraaf 5.1 (blz 6)

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
Voorkennis
Lichtbronnen zijn dingen die licht afgeven.

Maakt de lichtbron het licht niet zelf, maar kaatst hij licht terug, dan noemen we de lichtbron een indirecte lichtbron (Voorbeeld, de maan, en alles wat we zien)

Maakt de lichtbron het licht zelf dan noemen we de lichtbron een directe lichtbron.

Een directe lichtbron kan door de mens gemaakt zijn, dan noemen we dit een kunstmatige lichtbron (Voorbeeld: lamp, kaars, tv, ...)
Als de directe lichtbron niet door de mens is gemaakt dan noemen we dit een natuurlijke lichtbron (Voorbeeld: Zon en ster, bliksem, vuurvlieg, zeevonk)


Slide 2 - Diapositive

Herhaling
Voorkennis
Kijklijnen(wiskunde)

Slide 3 - Diapositive

Doelen van deze les (twee lesmomenten in de klas)
  • Weten wat het kleurenspectrum is.
  • Weten welke kleuren we zien met welk licht
  • Weten wat het verschil tussen absorberen en weerkaatsen is

Slide 4 - Diapositive

Wit licht
Het licht van de zon bevat alle kleuren die we kunnen zien.
Bij de natuurkunde noemen we dit witlicht.

Met een prisma kunnen we dit licht splitsen.
Dat kan ook gebeuren in een regenbui, dan splitst het licht in de kleuren van een regenboog

Slide 5 - Diapositive

het spectrum
Een prisma is een tentvormig stuk glas.
Als het witte zonlicht onder een hoek hier op valt dan kun je de kleuren van de regenboog zien dit noemen we het spectrum.

Rood, oranje, geel, groen, blauw, violet
(kleuren leren)


Slide 6 - Diapositive

het spectrum
Het kleurenspectrum is een onderdeel van het spectrum van golven die door de atmosfeer bewegen.

Het kleurenspectrum is het voor ons zichtbare licht.

Slide 7 - Diapositive

het spectrum
Ga nu zelf met een lichtkastje en een prisma het kleurenspectrum maken.

  • Spanningsbron niet boven de 10 V zetten.
  • Lichtkastje goed aansluiten met een brede lichtstraal
  • Prisma gebruiken uit het lenzen doosje

Slide 8 - Diapositive

Kleuren zien
Als licht op een voorwerp schijnt gebeuren er twee dingen.
  1. (een deel van) het licht wordt teruggekaatst
  2. (een deel van) het licht wordt geabsorbeerd

Slide 9 - Diapositive

Kleuren zien
Als al het licht wordt weerkaatst noemen we de kleur wit.

Witte voorwerpen weerkaatsen alle zichtbare kleuren licht, daarom kun je goed witte kleren dragen op warme dagen in de volle zon. De lichtenergie wordt niet vastgehouden dus krijg je het minder warm.

Slide 10 - Diapositive

Kleuren zien
Als al het licht wordt geabsorbeerd noemen we de kleur zwart.

Zwarte voorwerpen absorberen alle zichtbare kleuren licht, daarom kun je beter geen zwarte kleren dragen op warme dagen in de volle zon. De lichtenergie wordt vastgehouden dus krijg je het warmer.

Slide 11 - Diapositive

Kleuren zien
Bij alle andere kleuren wordt alleen de kleur weerkaatst die je ziet. De overige kleuren worden geabsorbeerd.

Slide 12 - Diapositive

Kleuren zien

Slide 13 - Diapositive

Kleuren lampen
Schijnt het gekleurde licht op een zwart voorwerp, wordt nog steeds alle kleuren geabsorbeerd (want zwart absorbeert alles) en zien we het voorwerp in de kleur zwart

Slide 14 - Diapositive

Kleuren lampen
Schijnt het gekleurde licht op een voorwerp met dezelfde kleur als het licht, kan dat gekleurde voorwerp die kleur ook weerkaatsen en zien we dat het voorwerp deze kleur ook heeft.

Schijnt het gekleurde licht op een voorwerp met een andere kleur dan het licht, kan het gekleurde voorwerp het licht alleen absorberen. Hierdoor zien we het voorwerp als zwart (of grijs)

Slide 15 - Diapositive

Kleuren lampen
Schijnt het gekleurde licht op een wit voorwerp, weerkaatst het voorwerp de kleur van het licht.
Omdat dat maar 1 kleur is zie je dat het witte voorwerp die kleur krijgt.

Slide 16 - Diapositive

Kleuren lampen
Bij een gekleurde lichtbron wordt alleen de kleur uitgezonden die we zien.

Blauw licht schijnt alleen licht van de blauwe kleur.

Rood licht schijnt alleen licht van de rode kleur.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maken in je werkboek.
Opdracht 12 t/m 16 (blz 11 werkboek of digitaal)

Slide 20 - Diapositive

Termen (dus goed leren)
  • Absorberen: opnemen en vasthouden van licht
  • Weerkaatsen: terugkaatsen van licht
  • Kleuren spectrum: de verschillende kleuren die in wit licht zitten die wij kunnen zien, dit zijn: rood; oranje; geel; groen; blauw; violet
  • Prisma: een doorschijnend voorwerp met de vorm van een tent

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo