Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
13.3
Impulsgeleiding
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet hoe impulsgeleiding langs een gemyeliniseerde uitloper plaatsvindt
Slide 2 - Diapositive
Schakelneuron
Axon
Schwanncel
Dendriet
Motorneuron
Slide 3 - Question de remorquage
Herhaling: na-k pomp
Membranen zijn electrisch geladen
Deze 'pomp' houdt het rustpotentiaal
van een membraan in stand
Buiten de cel veel na+,
In de cel veel k+
Slide 4 - Diapositive
Herhaling: ion poorten
Na-poort (paars): ionen kunnen naar binnen
K-poort (bruin): ionen kunnen naar buiten
Poorten gaan open door:
- chemische oorzaak
- membraanpotentiaalverandering
in de buurt
(dit zijn andere poorten dan
de na-k-pomp)
Slide 5 - Diapositive
Impulsgeleiding
Depolarisatie van 1 stukje membraan kan leiden tot spanningsverschil op volgend stukje membraan
Prikkeldrempel bereikt? --> Na-poorten open
En nog een keer en nog een keer ...
Een impuls 'reist' dus over een membraan
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde van het actiepotentiaal?
A
Depolarisatie
Repolarisatie
Hyperpolarisatie
B
Repolarisatie
Depolarisatie
Hyperpolarisatie
C
Hyperpolarisatie
Repolarisatie
Depolarisatie
D
Depolarisatie
Hyperpolarisatie
Repolarisatie
Slide 8 - Quiz
Meting op 2 punten
Een impuls geleidt langs het membraan van een neuron
Slide 9 - Diapositive
Een actiepotentiaal
Een impuls geleidt langs het membraan van een neuron
Slide 10 - Diapositive
Huiswerk, #2
Invullen
"De Na+ - K+ pomp tweeK+ ionen de cel in en drieNa+ ionen de cel uit. Dit kost energie. Dit transport draagt bij aan het handhaven van de rustpotentiaal.
Slide 11 - Diapositive
Huiswerk, #4
Waarom is er geen nieuw actiepotentiaal mogelijk in de absoluut refractaire periode?
D: Het duurt enige tijd voordat de Na+ poorten weer open kunnen
Slide 12 - Diapositive
Huiswerk, #5
Licht toe dat tijdens de relatief refractaire periode de prikkelsterkte nodig om een actiepotentiaal te veroorzaken, steeds verder afneemt.
Er komen steeds meer Na+ poorten beschikbaar --> minder prikkel nodig om drempelwaarde te overschrijden
Slide 13 - Diapositive
Myelineschede
Myeline zorgt voor isolatie van axon
Hoe verloopt de impulsgeleiding dan?
Slide 14 - Diapositive
Welke soort gliacellen produceren myeline?
A
Schwanncellen en microglia
B
Ependymcellen en oligodendrocyten
C
Ependymcellen en astrocyten
D
Oligodendrocyten en Schwanncellen
Slide 15 - Quiz
Myelineschede
Myeline verhindert de ionverplaatsing in de directe omgeving
Maar op de insnoering (knoop) van Ranvier kan dat wel!
Het actiepotentiaal springt dan van knoop naar knoop
Slide 16 - Diapositive
Impulsgeleiding
De insnoeringen zitten dichtbij elkaar genoeg (1,5mm) om impulsgeleiding sprongsgewijs te laten verlopen
Dat heet:
Saltatoire impulsgeleiding
Hoge snelheid te bereiken (~100 m/sec)
Slide 17 - Diapositive
Depolarisatie (lichtblauw) van membraan
Repolarisatie (donkerblauw) gevolgd door hyperpolarisatie (zwart)