Lesweek 6 (17-10-2023)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welcome 3B

Waarom zo?

Zoals jullie waarschijnlijk al wel weten heb ik een aanval gehad. Dit was een pittige aanval waardoor ik niet volledig terug aan het werk kan. Om te zorgen dat jullie niet achter gaan lopen heb ik de les op deze manier voor jullie gemaakt.

Jullie antwoorden kan ik inzien en zullen meetellen met hoeveel werk je hierna krijgt. Doe dus goed je best ;-)

 Planning

Huiswerk

Present simple

Woorden oefenen

Huiswerk

Leren van appartement t/m hotelkamer blz. 51

Dit zijn 5 woorden.

Present simple

Gebruik je als iets altijd, vaak, soms of nooit gebeurt. 

Je hebt verschillende type zinnen:

De bevestigende zin (+)       -> Je zegt dat iets wel zo is.             

De ontkennende zin (-)        ->  Iets is niet zo is. In deze zin zit het woord 'not'

De vragende zin (?)                -> Een vraag. In deze zin zit een vraagteken.

Present simple

(+) Wie + werkwoord (+s)                     I walk            she walks

Staat er she/he/it in de zin dan krijgt het werkwoord een s

(-) Wie + don't/doesn't + werkwoord          I don't walk      she doesn't walk

Je gebruikt doesn't bij she/he/it. Voor alle andere personen gebruik je don't

(?) Do/Does + wie + werkwoord                   Do I walk?      Does she walk?

Je gebruikt does bij she/he/it. Voor alle andere personen gebruik je do

Does / Doesn't

Do / Don't

I

You

He

She

It

We

You

They

(+) I _______ French (to speak)

1. speaks
2. speaking
3. speak
4. spoke

(?) _____ she play tennis on the weekend?

1. Do
2. Does
3. Did

(+) They ______ TV every night

1. Watch
2. Watches
3. Watching
4. Watched

(-) She _______ speak Dutch at all.

1. didn't
2. do
3. not
4. does

(+) My father _____ his car every day.

1. Drive
2. Drives
3. Driving
4. Drove

(-) My brother _______ _______ pasta.

1. Do like
2. Does like
3. Doesn't like
4. Don't like

Twee opties

Vanaf hier van je kiezen wat je gaat doen. Hieronder staan je opties:

1. Kahoot over present simple (02994363)

2. Woordenlijsten oefenen via WRTS (lijst 1.2 t/m 1.5)