Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Wanneer je iets graag zou willen hebben of doen.
Je spreekt eigenlijk een wens uit.
Ik zou graag geld hebben.
Ich hätte (haben) gern Geld.
Was ik maar al thuis!
Wäre (sein) ich schon zu Hause.