Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Genotmiddelen
Slide 1 - Diapositive
Ben eerlijk! Hulpverlening (verpleging, dokters, etc.) oordeelt niet, veroordeelt niet (geen boetes etc.). Zij moeten wel weten wat je hebt genomen om je te kunnen helpen!
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Welke kenmerken van verslaving heb je in dit filmpje gezien?
Slide 4 - Carte mentale
Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.
Slide 5 - Quiz
Wat zijn drugs?
Drugs zijn middelen die gebruik worden om een fijn gevoel te krijgen.
Ze beinvloeden voornamelijk je hersenen.
Drugs kunnen ook gevaarlijk zijn.
Slide 6 - Diapositive
Invloed van drugs
De invloed van drugs is afhankelijk van 4 dingen:
1. de hoeveelheid die je inneemt
2. hoe je je op dat moment voelt
3. de omgeving
4. de soort drugs die je gebruikt
Slide 7 - Diapositive
Invloed
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:
- Stimulerend
- Verdovend
- Bewustzijns veranderend
Slide 8 - Diapositive
Stimulerend
- je hartslag gaat omhoog
- je wordt actiever
- spieren spannen zich aan
- bloeddruk gaat omhoog
we noemen dit UPPERS
(cocaine, amfetamine, tabak, koffie)
Slide 9 - Diapositive
Verdovend
Deze middelen werken kalmerend.
Je wordt er rustiger van.
Ademhaling en hartslag gaan omlaag.
we noemen deze drugs DOWNERS
(heroine, GHB, alcohol, slaapmiddelen)
Slide 10 - Diapositive
Verandering van bewustzijn
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn.
Het bewustzijn neemt dingen waar.
Deze drugs zorgen ervoor dat je dingen anders waarneemt.
Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, Hasj, wiet, paddo's)
Slide 11 - Diapositive
3 mogelijke gemoedstoestanden
1: High. Dan ben je opgewekt en energiek/fantasierijk
2: Stoned. Dan ben je loom en ontspannen
3: Flippen, of ''bad trip''. Dan ben je ziek of angstig.
Jeffrey is verslaafd aan een genotmiddel. Zijn behoefte aan het middel is zo groot, dat hij moet klappertanden en begint te zweten. Wat voor verslaving heeft Jeffrey?
A
een geestelijke verslaving
B
een lichamelijke verslaving
C
een sociale verslaving
Slide 15 - Quiz
Verslaving en gedrag
Verslaving heeft met je eigen gedrag te maken.
Ben je er gevoelig voor om iets te proberen?
Ben je nieuwsgierig?
Durf je risico's te nemen?
Allemaal dingen die een rol spelen bij het gebruik van genotsmiddelen.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Van blowen word je rustig, dus kun je beter opletten in de klas.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Van blowen word je rustig, dus kun je beter opletten in de klas.
Blowen versterkt je stemming.
Blowen zorgt er juist voor dat je niet goed kunt opletten en dat het geheugen niet zo goed werkt.
Logisch nadenken wordt juist moeilijker.
Slide 20 - Diapositive
Je mag autorijden als je een joint hebt gerookt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Je mag autorijden als je een joint hebt gerookt.
De wet zegt dat je na het roken van een joint niet mag deelnemen aan het verkeer; je bent dan onder invloed van drugs.
Je mag dus ook niet fietsen, want ook dan neem je deel aan het verkeer. Datzelfde geldt ook voor alcohol.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
XTC wordt gemaakt van planten, net zoals wiet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
XTC wordt gemaakt van planten, net zoals wiet.
Het maken van XTC-pillen is illegaal en gebeurt in laboratoriums die niet gecontroleerd worden door de overheid. Bij het maken van medicijnen is die controle er wel. Je weet dus nooit welke stoffen in een XTC-pilletje zitten. Ze zien er ook steeds weer anders uit. Er zit voornamelijk MDMA (methyleendioxymethamfetamine) in de pillen.
Slide 25 - Diapositive
0
Slide 26 - Vidéo
Het is gevaarlijk om één XTC-pilletje te slikken.
Doordat je niet weet wat in een XTC-pilletje zit, weet je nooit
wat de werking is op jouw lichaam en hoe je er op reageert.