Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
5 aardrijkskundige dimensies
Als je de verschillende dimensies naast elkaar zet en dus het land elke keer door een andere bril bekijkt, leer je het land beter kennen en zie je ook verschillen.
Slide 14 - Diapositive
Natuurlijke (fysisch-geografische) dimensie
Economische dimensie
Sociaal-culturele dimensie
Demografische dimensie
Politieke dimensie
Geografische dimensies
Slide 15 - Diapositive
Dimensies: met een andere bril
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Zonnestralen worden verwarmt door aardoppervlak
Broeikasgassen in de dampkring
Weerkaatsing van zonnestralen
De aarde geeft warmte af aan de atmosfeer
Vastgehouden warmte
Slide 22 - Question de remorquage
Meer overstromingen door zeespiegelstijging. Hoe kan dat?
A
Lozen van water in zee
B
Versterkt broeikaseffect
C
verdamping van zeewater
D
Bodemstijging
Slide 23 - Quiz
In de voorlaatste ijstijd lag er veel landijs op het noorden van Nederland. Welk gevolgen heeft dat nu?
A
Zeespiegelstijging
B
Zeespiegeldaling
C
Bodemstijging
D
Bodemdaling
Slide 24 - Quiz
Wat is een gevolg van de klimaatverandering dat speciaal voor Nederland lastig gaat worden?
A
Zeespiegelstijging
B
Zeespiegeldaling
C
Bodemstijging
D
Bodemdaling
Slide 25 - Quiz
Wat is GEEN belangrijke oorzaak voor het toenemen van overstromingen?
A
Bodemdaling
B
Zeespiegelstijging
C
Ruimte voor de rivier
D
Ontbossing
Slide 26 - Quiz
Waardoor steeg de zeespiegel aan het einde van de ijstijd?
Slide 27 - Question ouverte
CO2 wordt op aarde voortdurend uitgewisseld. Je noemt dat de koolstofkringloop. In de lucht zit ook CO2. Wat gebeurt er vervolgens met die CO2 in de koolstofkringloop? Om dat proces te beschrijven, zet je de zes onderdelen van de koolstofkringloop die hieronder staan in de goede volgorde. 1 afbraak van planten en bomen 2 CO2 in de lucht 3 CO2 in planten en bomen 4 CO2 in steenkool in de grond 5 fotosynthese 6 vulkanen
A
6 – 2 – 4 – 3 – 5 – 1
B
5 – 3 – 1 – 4 – 6 – 2
C
4 – 2 – 6 – 3 – 1 – 5
D
4 – 3 – 1 – 5 – 2 – 6
Slide 28 - Quiz
In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 29 - Quiz
Bodemdaling wordt onder meer veroorzaakt door
A
door een hogere temperatuur
B
door een toename van de neerslag
C
een betere ontwatering van het land
D
door de druk van steden en wegen
Slide 30 - Quiz
Heeft Nederland te maken met bodemdaling?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quiz
Als je kijkt naar de zeespiegelstijging en de bodemdaling gaat het over ...
A
absolute zeespiegelstijging
B
relatieve zeespiegelstijging
Slide 32 - Quiz
Een van de oorzaken van bodemdaling in Nederland is de winning van delfstoffen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
Hoe heet dit proces
A
Zeespiegelstijging
B
Absolute zeespiegelstijging
C
Bodemdaling
D
Relatieve zeespiegelstijging
Slide 34 - Quiz
Een van de oorzaken van bodemdaling in Nederland is de winning van delfstoffen.
A
In het Noordoosten van Nederland
B
In het Westen van Nederland
C
In het Noordwesten van Nederland
D
In heel Nederland
Slide 35 - Quiz
klimaatverandering is het weer gemeten over....
A
1 jaar
B
15 jaar
C
30 jaar
D
60 jaar
Slide 36 - Quiz
Klimaatverandering is een van de oorzaken van wateroverlast in Nederland. Wat is GEEN gevolg van klimaatverandering voor Nederland?
A
Periodes van droogte
B
Afname van de hoeveelheid neerslag
C
Hevige neerslag
D
Zeespiegelstijging
Slide 37 - Quiz
Wat is geen oorzaak van de klimaatverandering?
A
Het verbranden van fossiele brandstoffen
B
De scheten van koeien
C
Het kappen van bomen
D
Het smelten van ijskappen
Slide 38 - Quiz
Door de klimaatverandering is er in de bergen meer....
A
Sneeuw
B
Regen
C
Zonneschijn
D
Koeien
Slide 39 - Quiz
Door klimaatverandering wordt in Nederland ...
A
de winter warmer, natter + neemt in de zomer de neerslag toe
B
de winter warmer en neemt de neerslag jaarlijks af
C
wordt het neerslagregiem onregelmatiger
Slide 40 - Quiz
Klimaatverandering is het ergst voor
A
Arme landen
B
Rijke landen
C
Iedereen
Slide 41 - Quiz
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 42 - Sondage
Was alles duidelijk? Is er nog iets waar je graag meer uitleg over hebt?