Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Vragen(v)uurtje
Slide 1 - Diapositive
Regels
Spinner draait: de leerling die aangewezen wordt stelt een vraag.
Allemaal antwoorden geven in lesson up.
Ik antwoord hardop.
Daarna ben ik aan de beurt en stel een vraag
Als jullie in alle beurten een goede vraag stellen: Beloning!!!
Slide 2 - Diapositive
Vraag?
Slide 3 - Diapositive
Vraag?
Slide 4 - Question ouverte
3. Bij landdieren zijn er meer soorten met een gestroomlijnde lichaamsvorm dan bij waterdieren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Vraag?
Slide 6 - Diapositive
Vraag?
Slide 7 - Question ouverte
6. Voorjaarsbloeiers in een loofbos zijn meestal schaduwplanten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Vraag?
Slide 9 - Diapositive
Vraag?
Slide 10 - Question ouverte
7. Een edelhert behoort tot de consumenten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Vraag?
Slide 12 - Diapositive
Vraag?
Slide 13 - Question ouverte
9. Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Vraag?
Slide 15 - Diapositive
Vraag?
Slide 16 - Question ouverte
13. De tweede schakel in een voedselketen kan een plantensoort zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Vraag?
Slide 18 - Diapositive
Vraag?
Slide 19 - Question ouverte
16. Welk van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?
A
Een garnaal.
B
Een kaaimankrokodil.
C
Een waterkever.
Slide 20 - Quiz
Vraag?
Slide 21 - Diapositive
Vraag?
Slide 22 - Question ouverte
23. Welke van de volgende groepen organismen is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle insecten in een bos.
B
De begroeiing op een heideveld.
C
Een paard met een veulen in een weiland.
D
Alle madeliefjes in een weiland.
Slide 23 - Quiz
Vraag?
Slide 24 - Diapositive
Vraag?
Slide 25 - Question ouverte
17. Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren.
Tot welke groep horen kikkervisjes dus?
A
Tot de alleseters.
B
Tot de vleeseters.
C
Tot de planteneters.
Slide 26 - Quiz
Vraag?
Slide 27 - Diapositive
Vraag?
Slide 28 - Question ouverte
22. Hoe wordt de verzameling van alle organismen in een vijver genoemd?
A
Een levensgemeenschap.
B
Een ecosysteem.
C
Een populatie.
Slide 29 - Quiz
Vraag?
Slide 30 - Diapositive
Vraag?
Slide 31 - Question ouverte
28. In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om het aantal edelherten en runderen te verminderen. Welk effect heeft het invoeren van wolven op de plantengroei in de Oostvaardersplassen?
Slide 32 - Question ouverte
Vraag?
Slide 33 - Diapositive
Vraag?
Slide 34 - Question ouverte
24. In de tekst worden verschillende organismen genoemd die deel uitmaken van een voedselweb. Dit voedselweb bestaat uit een aantal voedselketens.
Schrijf een voedselketen op met drie organismen die in de tekst worden genoemd.
Slide 35 - Question ouverte
Vraag?
Slide 36 - Diapositive
Vraag?
Slide 37 - Question ouverte
In de kern van een lichaamscel van een mens zitten 46 chromosomen.
A
ja
B
nee
Slide 38 - Quiz
Vraag?
Slide 39 - Diapositive
Vraag?
Slide 40 - Question ouverte
Op welk moment komt het genotype van een baby tot stand?
A
op het moment van de vorming van de eicel
B
op het moment van de vorming van de zaadcel die de eicel bevrucht