§3.3: Verspreiding van het Christendom

§3.3 Verspreiding van het het Christendom 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§3.3 Verspreiding van het het Christendom 

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk (volgende les)
Schrijf op in je agenda
Opdracht 1 en 2

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk (volgende week)
Schrijf op in je agenda
Opdracht 3 t/m 7

Slide 3 - Diapositive

Lezen
Paragraaf 3.2
Bladzijde 44: 'Culturen'

Slide 4 - Diapositive

Wat is een staatsgodsdienst?
A
Het geloof dat alle inwoners van een land moeten aanhangen
B
Een geloof waarbij je alle staand mag bidden
C
Een geloof in meerdere goden
D
Een geloof met één god

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van godsdienstvrijheid
A
Je mag alleen binnenshuis een feestdag van jouw geloof vieren
B
Je mag geen gebedshuizen / tempels voor je eigen goden bouwen
C
Je mag geloven wat je wilt, maar je mag het hier met niemand over hebben
D
Je mag geloven in wat je wilt en dit ook aan de buitenwereld laten zien

Slide 6 - Quiz

Filmpje
Verdraagzaam zijn

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Leg in eigen woorden het begrip 'verdraagzaamheid' uit

Slide 9 - Question ouverte

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Les 1
- Wat het verschil is tussen monotheïsme en polytheïsme
- Wat het jodendom is
- Hoe het christendom ontstaan is en wat de belangrijkste kenmerken van het geloof zijn
Les 2:
- Hoe het christendom zich in het Oudheid ontwikkelt

Slide 10 - Diapositive

Verdraagzaamheid
De Romeinen hebben tientallen goden
Dit maakt hen polytheïstisch
Veroverde volken mogen hun eigen goden blijven aanbidden
Er is dus godsdienstige verdraagzaamheid
Poly = veel
Theos = god
Polytheïsme = godsdienst met veel goden
Het toestaan van andere ideeën en geloven
Als je de Romeinse goden en de keizer ook maar aanbidt

Slide 11 - Diapositive

De Romeinen nemen de Griekse goden over, maar veranderen hun namen. Koppel de Romeinse naam een de Griekse god.
Zeus
Oppergod
Poseidon
Zee
Hermes
Handel
Ares
Oorlog
Aphrodite
Liefde
Neptunus
Venus
Jupiter
Mercurius
Mars

Slide 12 - Question de remorquage

Filmpje
Als je de keizer maar vereert

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat weet je over het
jodendom?

Slide 15 - Carte mentale

Jodendom
In het gebied Judea wonen de joden
Kaart
Monotheïsme
De joden geloven maar in één god: Jahweh. Het geloof is dus monotheïstisch (mono = één). Ze weigeren dus ook de Romeinse keizer als god te vereren.
Heilige boeken
De joden halen de kennis over hun geloof uit heilige boeken. Deze boeken samen heten de Tenach. Het eerste deel, de Thora is het belangrijkst. Hierin staan de wetten van de joden.
Verlosser
De joden geloven dat god hun een land zou geven: Israël. Hiervoor moeten de joden eerst vrij worden, wat gedaan zou worden door een verlosser.

Slide 16 - Diapositive

Joodse opstand
Joodse kandelaar = Menora. 

Tijdens het neerslaan van de opstand plunderden de Romeinen Joodse tempels. Ze namen Joodse schatten, zoals de Menora mee naar Rome.
66 n.C.
De Joden kwamen in opstand tegen de Romeinse overheersing. Zij moesten te veel belasting betalen en waren ontevreden met de Romeinse overheersing.

Bedenk zelf minimaal 1 reden, waarom de Joden in opstand kwamen tegen de Romeinen. (Aantekening!)

Slide 17 - Diapositive

Joodse diaspora 
Na de opstand worden Joden uit Jeruzalem verjaagd. 
Joden verspreiden zich over het Rijk en daarbuiten.
Op de plekken waar Joden wonen, bouwen zij synagogen.

Slide 18 - Diapositive

§3.3 Verspreiding van het Christendom 
Deel 2

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Les 1
- Wat het verschil is tussen monotheïsme en polytheïsme
- Wat het jodendom is
- Hoe het christendom ontstaan is en wat de belangrijkste kenmerken van het geloof zijn
Les 2:
- Hoe het christendom zich in het Oudheid ontwikkelt

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk (volgende les)
Schrijf op in je agenda
Opdracht 1 en 2

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk (volgende week)
Schrijf op in je agenda
Opdracht 3 t/m 7

Slide 22 - Diapositive

Wat weet je over het
christendom

Slide 23 - Carte mentale

Jezus van Nazareth
Jezus van Nazareth is een joodse predikant in Judea.
Hij zegt dat hij gods zoon is en zo weet wat god wil
Hij vertelt dat als mensen goed leven, ze in de hemel komen
Veel joden zien Jezus als de beloofde verlosser
Iemand die anderen leert over het geloof

Slide 24 - Diapositive

Filmpje
Jezus predikt

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Christendom
Jezus' volgelingen noemen hem Christus: de koning
Zelf noemen ze zich christenen, volgers van het christendom
Christenen reizen rond om  het geloof te verspreiden
Ze schrijven het leven en de ideeën van Jezus op in de Bijbel
Grieks voor 'de verlosser'

Slide 27 - Diapositive

De beloftes van Jezus
Jezus belooft zijn volgelingen een koninkrijk van god
Iedereen zal daar gelijk zijn
Na de dood zullen zijn volgelingen eeuwig geluk hebben
Ze hoeven alleen maar goed te leven
Zoals in de Bijbel staat en zoals Jezus vertelt

Slide 28 - Diapositive

Welke bevolkingsgroepen worden als eerste christen?
A
Soldaten en slaven
B
Armen en slaven
C
Rijken en soldaten
D
Rijken en ambtenaren

Slide 29 - Quiz

Waarom zouden vooral armen en slaven geluisterd hebben

Slide 30 - Question ouverte

Jezus maakt vijanden
Jezus wordt bij veel mensen populair, maar maakt ook vijanden
Veel joodse leiders zijn bang dat Jezus hun plek inneemt
De Romeinen zijn bang dat hij politieke macht wil
Daarom wordt Jezus opgepakt en gekruisigd

Slide 31 - Diapositive

Een kruisiging
De kruisiging
Een kleine misdadiger werd vastgemaakt met touw, maar Jezus met spijkers door zijn handen en voeten
Het probleem met een kruisiging is dat je moet kiezen tussen 2 opties:
- Je laat jezelf hangen, maar kan niet ademen
- Je trekt jezelf omhoog om te ademen, maar zet heel veel druk op je handen en voeten (pijn!)
Om Jezus belachelijk te maken zetten ze een bordje boven het kruis. Er stond "Jezus, de koning van de joden". Ook kreeg hij een kroon van doornen.
Voordat de spijkers erin werden geslagen werd Jezus wijn met kruiden aangeboden als verdoving. Deze sloeg hij af.
Jezus werd expres op een schuin stukje hout gezet zodat hij nooit echt kon steunen, maar altijd weggleed.

Slide 32 - Diapositive

Filmpje
Goede vrijdag

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Christenvervolging
Christen zijn in het Romeinse rijk is levensgevaarlijk
Net als de joden geloven de christenen niet in de keizer
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 35 - Diapositive

Filmpje
Christenvervolgingen

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Staatsgodsdienst
Keizer Constantijn stopt de vervolgingen in 313
In 392 wordt christendom zelfs de staatsgodsdienst
Alleen christendom was toegestaan en tempels worden kerken
Bisschoppen worden de leiders, de belangrijkste is de paus

Alle andere geloven worden verboden

Slide 38 - Diapositive

Organisatie van de katholieke kerk
Paus
De Paus is de leider van de Katholieke Kerk
Bisschop
De Bisschop is de leider van een kerkelijke provincie (Bisdom)
Priester
Een priester is de leider van een kerk in een stad of dorp. Hij leert mensen over het Christendom.

Slide 39 - Diapositive

Filmpje
De paus

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Les 1
- Wat het verschil is tussen monotheïsme en polytheïsme
- Wat het jodendom is
- Hoe het christendom ontstaan is en wat de belangrijkste kenmerken van het geloof zijn
Les 2:
- Hoe het christendom zich in het Oudheid ontwikkelt

Slide 42 - Diapositive

Huiswerk (volgende week)
Schrijf op in je agenda
Opdracht 3 t/m 7

Slide 43 - Diapositive