Het oog (thema 6, basisstof 2)

Koppel de adequate prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geurmoleculen
Geluid
Moleculen in voedsel
1 / 14
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Koppel de adequate prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geurmoleculen
Geluid
Moleculen in voedsel

Slide 1 - Question de remorquage

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies
vaatvlies

Slide 2 - Question de remorquage

Dit onderdeel beschermt alles dat binnenin het oog ligt.
In dit onderdeel liggen spieren die de pupil groter en kleiner kunnen maken.
Via dit onderdeel gaan berichten uit de gezichtszintuigen naar de hersenen.
Deze onderdelen helpen mee om het oog allerlei kanten op te laten draaien
Harde oogvlies
iris
oogzenuw
oogspier

Slide 3 - Question de remorquage

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Oogkamer

Slide 4 - Question de remorquage

Wat bescherm je met de pupilreflex?
A
Iris
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 5 - Quiz

De pupilreflex wordt aangestuurd door het
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van de pupilreflex?
A
De hoeveelheid licht regelen die op het netvlies valt.
B
Ervoor zorgen dat er steeds een scherp beeld op het netvlies staat.

Slide 7 - Quiz

Hoe verloopt de pupilreflexboog?
A
Zintuigcellen - gevoelszenuw - hersenstam - bewegingszenuw - Irisspiertjes
B
Zintuigcellen - bewegingsszenuw - hersenstam - gevoelszenuw - Irisspiertjes
C
Zintuigcellen - bewegingsszenuw - grote hersenen - gevoelszenuw - Irisspiertjes
D
Zintuigcellen - gevoelszenuw - grote hersenen - bewegingszenuw - Irisspiertjes

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er bij veel licht?
A
Trekken de kringspiertjes zich samen en ontspannen de lengtespiertjes
B
trekken de lengtespiertjes samen en ontspannen de kringspiertjes
C
trekken zowel lengte als kringspiertjes samen.
D
ontspannen zowel lengte als kringspiertjes samen

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?

Licht komt het oog in via de iris
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Het hoornvlies zorgt voor breking van licht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Licht moet gebroken worden om een scherp beeld te krijgen op het netvlies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Hoornvlies
Lens
voorste oogkamer
iris
Lensbandje
Straalvormig lichaam
oogzenuw
netvlies
harde oogrok

Slide 13 - Question de remorquage

Laag met zintuigcellen (staafjes en kegeltjes)
Waar de oogzenuw het oog verlaat
Verandert de lens van vorm zodat je scherp kunt zien
Zorgt ervoor dat er een scherp beeld op je netvlies valt
Doorzichtig deel van het oog
Geeft structuur en vorm aan het oog
Gat wat licht doorlaat
Brengt impulsen naar de hersenen
Stevige buitenste laag van het oog
Bevat spiertjes die de grootte van de pupil regelen
Hoornvlies
Lens
Pupil
iris
straalvormig lichaam met lensbandjes
oogzenuw
netvlies
harde oogvlies
blinde vlek
glasachtig lichaam

Slide 14 - Question de remorquage