Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Kortverhaal schrijven
Slide 1 - Diapositive
Kort verhaal schrijven
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Stel je open voor wat opvalt in je omgeving
Kijk naar mensen op straat en stel je voor wat ze aan het doen zijn, vang flarden van gesprekken op en maak die zelf af.
Kortom: vermeng realiteit en fictie.
Slide 5 - Diapositive
Combineer meerdere ideeën tot één verhaal
Een origineel kort verhaal ontstaat regelmatig door de combinatie van twee of meer ingevingen of observaties.
Slide 6 - Diapositive
Zoek het conflict
In een kort verhaal zit meestal een conflict, de personages hebben tegenovergestelde doelen, of de hoofdpersoon wordt tegengewerkt door zijn omgeving of achtergrond.
Slide 7 - Diapositive
Begin te schrijven op sfeer
Een kort verhaal schrijven is vooral een kwestie van juiste sfeer vinden en daarop improviseren.
Hoe?
Plek...
Geur...
Muziek...
Slide 8 - Diapositive
Werk uit de WWWWWH-vragen uit
5 minuten
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe
Slide 9 - Diapositive
Leg niet te veel uit
Een kort verhaal krijgt het meeste vaart als je niet te veel uitwijdt over bijzaken. Onderdruk de neiging om alles te willen onderbouwen en te verklaren.
Slide 10 - Diapositive
Maak een mindmap of brainstorm van het onderwerp: 5-10 minuten
Bij een brainstorm associeer je door op het eerdere woord. Een brainstorm zorgt ervoor dat je met nieuwe invalshoeken over je onderwerp schrijft. Zo ziet een brainstorm eruit:
Rivier → Water → Stroming → Waterval → Snelheid → Auto’s → Ferrari → Rood → Vuur → BBQ
Slide 11 - Diapositive
Directe rede
Maak in je verhaal ook gebruik van de directe rede. Het verhaal wordt zo levendiger en spannender om te lezen.
Opeens schreeuwde hij: "Waar denk je wel waarmee je bezig bent!". "Ik ben alleen maar even aan het rondkijken", antwoordde ik vriendelijk.