Engels Vervolg A1, thema 2, H3 spreken en gesprekken voeren

Thema 2
Jij & je buurt

Hoofdstuk 3
spreken en gesprekken voeren

Doel van de les
Je gaat oefenen met uitspraak en luisteren. 
Je gaat de weg vragen en wijzen. 
Je leert nieuwe woorden. 

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2
Jij & je buurt

Hoofdstuk 3
spreken en gesprekken voeren

Doel van de les
Je gaat oefenen met uitspraak en luisteren. 
Je gaat de weg vragen en wijzen. 
Je leert nieuwe woorden. 

Slide 1 - Diapositive

Welke Engelse woorden ken jij nog als je het over bezit hebt?
Hoe zeg je van wie iets is?

Slide 2 - Carte mentale

Oefenen met uitspraak
It is near the hospital.

It is only a short walk.

The park is not far from the bridge.

The school is at the end of the street.

It is on the corner of West street and High street. 

Slide 3 - Diapositive

De weg vragen
Neem me niet kwalijk. Weet u waar het stadspark is? 
Kunt u mij vertellen waar het busstation is?
Kunt u het mij op de kaart laten zien?
Is het ver?
Excuse me.
Do you know where the city park is?
Could you tell me where the bus station is?
Could you show me on the map?
Is it far?

Slide 4 - Diapositive

De weg wijzen - rechtdoor
Ga rechtdoor

Ga lang het busstation.

Loop deze straat uit.
Go straight ahead.

Go past the bus station.

Go down this street.

Slide 5 - Diapositive

De weg wijzen - afslaan
Ga linksaf.

Ga rechtsaf.

Neem de eerste/tweede straat rechts/links
Go left.

Go right.

Take the first/second street on the right/left.

Slide 6 - Diapositive

De weg wijzen - oversteken
Ga de brug over.

Steek de straat over.
Go over the bridge.

Cross the road. 

Slide 7 - Diapositive

De weg wijzen - handige woorden
verkeerslichten

rotonde

plein

bord

deze/die kant op
traffic light

rondabout

square

sign

this/that way

Slide 8 - Diapositive

De weg wijzen - zeggen waar iets is
Het is aan de linkerkant.
Het is aan de rechterkant.
Het is naast het treinstation.
Het is achter het politiebureau.
Het is op de hoek van Long Street en Elm Street.
Het is aan het einde van West Street. 
Het is vlakbij het busstation.
Het is tussen de dierenwinkel en de supermarkt.
Het is voor de school. 
It is on the left.
It is on the right.
It is next to the train station.
It is behind the police station.
It is on the corner of Long Street and Elm street.
It is at the end of West Street.

It is near the bus station.
It is between the pet shop and the supermarket.
It is in front of the school. 

Slide 9 - Diapositive

De weg vragen
Je vraagt de weg naar:

- De pizzeria
- Het museum
- De dierenwinkel
- Het politiebureau
- De bioscoop

Slide 10 - Diapositive

Wat betekent: Ga rechtdoor
A
go straight ahead
B
go cross the road

Slide 11 - Quiz

Wat betekent: plein
A
roundabout
B
sign
C
square
D
traffic lights

Slide 12 - Quiz

Wat betekent: loop deze straat uit.
A
go trough this street
B
go down this street

Slide 13 - Quiz

Vertaal 'neem me niet kwalijk'

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal 'het is tussen de dierenwinkel en de supermarkt'

Slide 15 - Question ouverte

Doelen behaald?
Doel van de les:

* Je gaat oefenen met uitspraak en luisteren. 
* Je gaat de weg vragen en wijzen. 
* Je leert nieuwe woorden. 

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Zelfstandig maken: opdracht 3-5-6 (blz. 94 t/m 98)
Studiemeter: Engels Vervolg Online - thema 2 - uitdrukkingen oefenen. 

Slide 17 - Diapositive