TL-1 - 3.2 Zien

Het oog 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Het oog 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Herhalen 3.1: Zintuigen en prikkels
3.2: Het oog
Video: prikkelloos


Slide 2 - Diapositive

Vragen over het huiswerk?

Slide 3 - Diapositive

Tekst
licht zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig

Zitast zintuig

smaak zinytuig

Slide 4 - Question de remorquage

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is een impuls?
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen

Slide 6 - Quiz

Geef de juiste volgorde
A
Prikkel-zintuig-hersenen-reactie
B
Gedrag-hersenen-prikkel
C
Prikkel- zintuig- reactie-hersenen
D
Zintuig-reactie-prikkel

Slide 7 - Quiz

leerdoel
je leert de onderdelen van het oog
je leert hoe het oog ziet

Slide 8 - Diapositive

Maak nu eerst opdracht 1 en 2 (blz. 134) 

Slide 9 - Diapositive




Buitenkant van het oog
1
2
3
4

5

Slide 10 - Diapositive

Maak nu opdracht 3 t/m 6

Slide 11 - Diapositive

De iris en pupil

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Werking oog

Slide 16 - Diapositive

Maak nu opdracht 7 t/m 10

Slide 17 - Diapositive

De lens
De werking van de ogen
De lens kan boller en platter worden, zodat het licht precies op het netvlies valt
De lens stelt scherp, verkleint en draait het voorwerp om.
--> Je ziet alles op de kop

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

accomoderen
= lens van vorm laten veranderen waardoor je het beeld scherp ziet

  • bolle lens nodig voor dichtbij (de natuurlijke vorm van een lens is bol van vorm)
  • plattere lens nodig voor veraf



Slide 20 - Diapositive

Accomoderen
  1. straalvormig lichaam (accomodatiespier) ontspannen is lens = platter trekken (veraf)


  2. straalvormig lichaam (accomodatiespier) aanspannen is lens= boller (dichtbij)

Slide 21 - Diapositive

Maak nu opdracht 17 t/m 20

Slide 22 - Diapositive

Waar liggen je traanklieren?
A
Boven je oog
B
Onder je oog
C
Naast je oog
D
In je traanbuisjes

Slide 23 - Quiz

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de lens

Slide 24 - Quiz

Traanvocht wordt gemaakt in de traanklier en door de oogleden verspreid over het oog, daarna wordt het via de traanbuis afgevoerd naar de neus
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Traanvocht wordt gemaakt in de traanklier en door de oogleden verspreid over het oog, daarna wordt het via de traanbuis afgevoerd naar de neus
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quiz

Diepte zien

Slide 28 - Diapositive

Bril nodig?
Verziend? 
Dichtbij onscherp, bolle lens +

Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -

Slide 29 - Diapositive

Huiswerk 
11 t/m 14, 16, 21 t/m 23, 26 t/m 28

Slide 30 - Diapositive

evaluatie
Zie je in een ruimte met weinig licht ook kleuren?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Het oog 

Slide 33 - Diapositive

Reageren op prikkels
Prikkel van buiten af
Drempelwaarde
Impuls
Verwerking in hersenen
Bewustwording
Reactie

Slide 34 - Diapositive

De werking van het oog

Slide 35 - Diapositive

Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes (kleuren).
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes (licht).

Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog

Slide 36 - Diapositive

Hoe zie je diepte?
  • diepte zie je doordat je met
twee ogen kijkt
  • rechteroog zie je iets anders
dan linkeroog
  • hersenen voegen deze
beelden samen
  • diepte zien is noodzakelijk
bij het inschatten van
afstand
diepte zien = 3D kijken

Slide 37 - Diapositive

Correctie van het oog
Correctie van het oog met behulp van een lens:

Slide 38 - Diapositive

Horen
Zien
Ruiken
Proeven
Voelen
Oog
Neus
Oor
Tong
Huid

Slide 39 - Question de remorquage

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 40 - Question de remorquage

Zet de woorden in de juiste volgorde.
Het licht dat je oog binnenkomt gaat langs:
-->
-->
-->
-->
glasachtig lichaam
hoornvlies
lens
pupil
netvlies

Slide 41 - Question de remorquage

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft
Q
R
S

Slide 42 - Question de remorquage

iris
netvlies
lens
blinde vlek
pupil
oogzenuw

Slide 43 - Question de remorquage