De Koude Oorlog (1945-1989) 5.1

De Koude Oorlog
Hoofdvraag: 
Wat was de Koude Oorlog, en wat gebeurde er in die periode in Nederland, Europa en de wereld?


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

De Koude Oorlog
Hoofdvraag: 
Wat was de Koude Oorlog, en wat gebeurde er in die periode in Nederland, Europa en de wereld?


Slide 1 - Diapositive

De Koude Oorlog
5.1 Een verdeelde wereld.
Deelvraag: Hoe ontstond de Koude Oorlog?

Slide 2 - Diapositive

Einde WOII
  • Duitsland werd aan het einde van WOII van twee kanten aangevallen.

  • Oosten: Sovjet Unie

Slag bij Stalingrad (winter 1942/43)


  • Westen: VS en GB (Canada)
D-day/ Normandië (juni 1944)

Slide 3 - Diapositive

Wantrouwen
  • Tijdens WOII SU bondgenoot met de Geallieerden. 
  • De Grote Drie (GB, VS, SU) overleggen aan het einde van WOII hoe de macht in Europa verdeeld moest worden na WOII.
  • Gemeenschappelijke vijand is verdwenen, tegenstellingen en wantrouwen tussen SU en het westen zijn groot!


Slide 4 - Diapositive

Tegenstellingen VS en SU

Slide 5 - Diapositive

Communisme
Kapitalisme
Gelijkheid
Vrijheid
VS
SU
Arbeiders
Winst
Planeconomie
Westblok
Oostblok
Satellietstaten

Slide 6 - Question de remorquage

Twee Europa's
Tegenstellingen:
-Op politiek gebied (democratie vs. dictatuur)
-Op economisch gebied (kapitalisme vs. communisme

--> Er ontstonden twee invloedsferen: in Oost-Europa kreeg de SU veel macht, in West-Europa kreeg de VS veel macht

Slide 7 - Diapositive

Grens tussen kapitalistische westen en communistische oosten. Verdeling West- en Oost-Europa.

Slide 8 - Diapositive

Invloedssfeer 
Sovjet-Unie
Invloedssfeer
Verenigde 
Staten
Nederland
Oost-Duitsland
Polen
Frankrijk
Hongarije
Engeland
Tsjecho-slowakije

Slide 9 - Question de remorquage

Oude bondgenoten, nieuwe vijanden
Na WOII was West-Europa erg verzwakt. Om te voorkomen dat West-Europa Communistisch werd:

  • Containmentpolitiek: elk democratisch land dat bedreigd werd door communisme werd gesteund door VS (militair, economisch)
  • Marshallplan: VS leende Europese landen geld om hun economieën te herstellen.

Slide 10 - Diapositive

Ruzie om Berlijn
  • Zones VS, GB, Fa samengevoegd tot 1 Westerse zone
  • Blokvorming: Oost – West
  • Sovjet Zone: communisme werd ingevoerd
  • Ook andere landen in Oost Europa werden communistisch
  • Westen: democratie en kapitalisme

Slide 11 - Diapositive

Hieronder staan vier uitspraken. Ze passen elk bij een land en in de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog. Welk land hoort bij welke beschrijving sleep het juiste land naar de juiste omschrijving
1 Dit land is een overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog, maar erg verzwakt.
2 Dit land bepaalt wat er in het oosten van Berlijn gebeurt.
3 Dit land is de leider van het Westblok.
4 Dit land heeft beperkt zelfbestuur.
a. Engeland
b de Sovjet Unie
c. de Verenigde Staten
d.Duitsland

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Verenigde Staten
Sovjet Unie
West-Duitsland
Oost-Duitsland
DDR
BDR
Communistisch
Kapitalistisch

Slide 17 - Question de remorquage

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Nederland krijgt financiele steun vanuit Amerika
Duitsland wordt in 2 delen gesplitst
De NAVO wordt opgericht
Er ontstaat ruzie tussen VS en SU, begin van de Koude Oorlog

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Vidéo

Wapenwedloop
  • Vanaf 1949 heeft Rusland ook een atoombom. --> Angst dat de Koude Oorlog een echte oorlog zou worden. --> Er ontstaat een wapenwedloop: wie kan de meeste en beste kernwapens maken? 
  • Wederzijdse afschrikking.

Slide 20 - Diapositive