Werkwoorden2
Ik ..... op de stoel.
A
zit
B
zitten
C
leer
D
leren
1 / 20
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Ik ..... op de stoel.
A
zit
B
zitten
C
leer
D
leren
Slide 1 - Quiz
Jij ..... naar het raam.
A
zit
B
zitten
C
wijst
D
wijzen
Slide 2 - Quiz
Jullie ... in de klas.
A
zit
B
zitten
C
leer
D
leren
Slide 3 - Quiz
Hij ... naar de meester.
A
lezen
B
leest
C
kijken
D
kijkt
Slide 4 - Quiz
Wij ... naar het bord.
A
zit
B
kijken
C
kijk
D
kijkt
Slide 5 - Quiz
Ik ..... op het papier.
A
schrijft
B
schrijf
C
schrijv
D
schrijven
Slide 6 - Quiz
De jongen .... in bed.
A
slaap
B
slaapt
C
slapen
D
slap
Slide 7 - Quiz
Het meisje .... op de stoep.
A
sta
B
staan
C
staat
D
stat
Slide 8 - Quiz
De leerlingen ... naar sport.
A
lopen
B
loopt
C
loop
D
lop
Slide 9 - Quiz
Jullie ... de koptelefoon.
A
pak
B
pakt
C
pakken
D
paken
Slide 10 - Quiz
zitten
Ik .... op de bank.
Ik .... op de bank.
Slide 11 - Question ouverte
praten
Hij .... met de juf.
Hij .... met de juf.
Slide 12 - Question ouverte
doen
Zij ... haar boek in de tas.
Zij ... haar boek in de tas.
Slide 13 - Question ouverte
liggen
De tas ... op de grond.
De tas ... op de grond.
Slide 14 - Question ouverte
tekenen
De meester ... op het bord.
De meester ... op het bord.
Slide 15 - Question ouverte
komen
De leerlingen .... in de klas.
De leerlingen .... in de klas.
Slide 16 - Question ouverte
lopen
De jongen ... naar de supermarkt.
De jongen ... naar de supermarkt.
Slide 17 - Question ouverte
slapen
Het meisje ... in bed.
Het meisje ... in bed.
Slide 18 - Question ouverte
pakken
Ik ... de Ipad.
Ik ... de Ipad.
Slide 19 - Question ouverte
De juf .... naar de klas.
