2.3 Jodendom en christendom

2.3 Jodendom en christendom
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.3 Jodendom en christendom

Slide 1 - Diapositive


Slide 2 - Question ouverte

2.3 Jodendom en christendom

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  1. hoe het jodendom zich ontwikkelde
  2. hoe het christendom ontstond
  3. hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd

Slide 4 - Diapositive

Kan je een overeenkomst opnoemen tussen het christendom en het jodendom?

Slide 5 - Question ouverte

Kan je een verschil opnoemen tussen het christendom en het jodendom?

Slide 6 - Question ouverte

Het jodendom
De eerste monotheïstische
godsdienst is het jodendom,
ontstaan in het huidige Israël.
Door onderwerping kwamen
Joden ook terecht: diaspora
ontstaat. 



Slide 7 - Diapositive

Het jodendom
Kenmerken:
  • Joden geloven dat God hen zou verlossen van de slavernij en een     messias zou sturen die het koninkrijk Israël herstelt
  • Joden komen samen in synagogen 
  • Geloof staat vast in de Tenach 

Slide 8 - Diapositive

Het christendom
Volgens de volgelingen van Jezus Christus was hij de messias.
Iedereen kon christen worden door zich te laten dopen
Gevolg: ontstaan en verspreiding christendom 

Christenen waren tolerant t.o.v. Romeinen maar weigerden:
  • Romeinse goden te vereren
  • Romeinse keizers te vereren
  • In het Romeinse leger te vechten


Slide 9 - Diapositive

Het christendom
Christenen waren succesvol in het bekeren en verspreiden:
  • Aantrekkelijke boodschap
  • Armenzorg
  • Hiernamaals in de hemel

Gevolg: bedreiging Romeinse geloof
  • Christenen werden steeds meer gezien als bedreiging en werden om die reden vervolgd 
  • Sommige christenen zien zichzelf als martelaar: iemand bereid om te sterven voor zijn   geloof



Slide 10 - Diapositive

De vervolgingen stopten onder keizer Constantijn in 313.
In 380 werd het christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

2.3
Maak vraag 19 en 20 in je werkboek

15 min!

Slide 13 - Diapositive

vraag 19
  1.  Op de grafkist gevonden in Rome is de menorah afgebeeld, een joods religieus symbool. Dit duidt erop dat joden hun godsdienst mochten uitoefenen in de hoofdstad van het Romeinse rijk.
  2. Romeinen verwoestten de joodse tempel (na een opstand tegen de Romeinse overheersing).
    Het christendom was een tijd lang verboden in het Romeinse rijk. Er waren ook christenvervolgingen.


Slide 14 - Diapositive

vraag 20 
  • a. Flavius Josephus was een jood, dus is het onwaarschijnlijk dat hij zinsdelen als ‘zover het geoorloofd is hem een man te noemen’ en ‘Hij was de Christus (=Messias)’ heeft opgeschreven. Dat zouden alleen christenen doen.
  • b. Namen van personen, plaatsen en bepaalde gebeurtenissen die daarin staan, worden ook door andere (primaire) historische bronnen vermeld, in het Oude Testament niet 


Slide 15 - Diapositive