persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 1 - Question ouverte

Doel van vandaag
Je kan aan het einde van de les de  bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden in het duits gebruiken. 

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

persoonlijk voornaamwoord

ich                         ik
du                          jij
er/sie/es             hij/zij/het
wir                         wij
ihr                          jullie
sie/Sie                 zij/U
bezittelijk voornaamwoord

mein_                          mijn
dein_                            jouw
sein_/ihr_/sein_    zijn/haar/zijn
unser_                        ons/onze
euer_                           jullie
ihr_/Ihr_                      hun/uw

Slide 4 - Diapositive

bezittelijke voornaamwoorden veranderen mee met ein/eine!
ein Vater       -> mein Vater
eine Mutter -> meine Mutter

Slide 5 - Diapositive

probeer: Ich suche..........(mijn) Buch.

Slide 6 - Question ouverte

probeer: Ich suche..........(mijn) Tasche.

Slide 7 - Question ouverte

probeer: Ich suche..........(jouw) Tasche.

Slide 8 - Question ouverte

probeer: Ich suche..........(onze) Tasche.

Slide 9 - Question ouverte

probeer: Ich suche..........(jullie) Taschen.

Slide 10 - Question ouverte

probeer: Ich suche..........(uw) Taschen.

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht 
Benoem de dingen op je tafel en in je tas op Duits.

Maak hierbij gebruik van bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden. 

Slide 12 - Diapositive

Noem vijf bezittelijke of persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 13 - Question ouverte