LWE_2021_week48_1MH_stamboom

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Schrijf de getallen 1-20 op in het Duits.

0=

1 = 

2=

3=

4=

5=

6=

7=

8=

9=

10=

11=

12=

13=

14=

14=

15=

16=

17=

18=

19=

20=

Besprechen

0= null

1 = eins

2= zwei

3= drei

4= vier

5= fünf

6= sechs

7= sieben

8= acht

9= neun

10= zehn

11= elf

12= zwölf

13= dreizehn

14= vierzehn

15= fünfzehn

16= sechzehn

17= siebzehn

18= achtzehn

19= neunzehn

20= zwanzig

Was machen wir heute?

• Wörter abfragen
• Erklärung: Wie zijn de personen in mijn familie



• Erklärung: mein(e)
• Erklärung schrijfopdracht
• Wie sieht ein Stammbaum aus?
• Stammbaum machen
• Abschluss

Am Ende der Stunde........

heb je een begin gemaakt met je stamboom.

Wörter abfragen (spieken blz.45) 

• de broer
• de grootvader
• de tante
• de oom
• de grootmoeder
• de zus
• de moeder
• de vader
• de vaders
• de moeders
• de broers
• de zussen

• der Bruder
• der Großvater
• die Tante
• der Onkel
• die Großmutter
• die Schwester
• die Mutter
• der Vater
• die Väter
• die Mütter
• die Brüder
• die Schwestern

Schrijfopdracht + stamboom

1. Je maakt een stamboom van je familie. Hier krijg je een cijfer voor (ik kijk naar hoe mooi jouw stamboom eruit ziet, of je de familieleden goed geschreven hebt en of je mein/meine goed gebruikt hebt)
2. Met behulp van deze stamboom ja je later in de les een stukje schrijven jezelf en jouw familie waar je ook een cijfer voor krijgt.

An der Arbeit

• Maken: 

Een stamboom van je eigen familie.

Maak hem zo mooi mogelijk!

• Hulp: 

Bildwörterbuch op bladzijde 23

De tekst meine Familie op bladzijde 25

woordjes op blz. 43 Lektion 3

• zelfstandig

• als je een vraag hebt, steek je handje in Teams op

• Klaar: Neem de stamboom de volgende les mee. Schrijf alvast voor jezelf op wat je over jezelf en over je familie zou willen vertellen bij de schrijfopdracht. Je kan hier de Redemittel op bladzijde 44 voor gebruiken.

Hausaufgaben

Maken: Stamboom afmaken en inleveren

Leren: woordjes Lektion 3 + 4

op bladzijde 43/44 D-N en N-D

Abschluss

* geef antwoord op de volgende vraag:

Wie heißt du?

Wie alt bist du?