Aardrijkskunde T2 L1

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 8

Aardrijkskunde

Thema 2, Les 1

In deze les leer je...

wat wereldsteden zijn

waaraan je kunt herkennen of de stad een rijke of een arme wereldstad is

Welke twee zinnen gaan over wereldsteden?

GOED

FOUT

Als het goed gaat met de economie van deze stad, gaat het meestal in het hele land goed.

Er zijn veel theaters en winkels in deze stad.

Er komen veel mensen uit het buitenland naar de stad om er te werken.

In deze stad is een groot station.

Er zijn sloppenwijken.

1. Wereldsteden in rijke landen
2. Wereldsteden in arme landen
3. Allebei

Er wonen miljoenen mensen.

1. Wereldsteden in rijke landen
2. Wereldsteden in arme landen
3. Allebei

Ze zijn vaak georganiseerd.

1. Wereldsteden in rijke landen
2. Wereldsteden in arme landen
3. Allebei

Het stadsbestuur heeft weinig geld.

1. Wereldsteden in rijke landen
2. Wereldsteden in arme landen
3. Allebei

Kinderen verkopen dingen op straat.

1. Wereldsteden in rijke landen
2. Wereldsteden in arme landen
3. Allebei

Er is veel werk.

1. Wereldsteden in rijke landen
2. Wereldsteden in arme landen
3. Allebei

Je ziet twee arme wijken in wereldsteden.
Noem twee verschillen.

Waardoor zijn deze verschillen ontstaan?

Einde 

1. Leg je tekstboek op de hoek van je tafel. 

2. Doe je Chromebook in je la.

3. Ga stil en stevig klaarzitten.