Vloeistoffen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

We verbranden 10kg glucose.

Hoeveel liter CO₂-gas ontstaat er?

omstandigheden: p=p0, T = 273K

Extra opgave

• Je leert over de vanderwaalsbinding en het kookpunt.
• Je leert over polaire atoombinding.
• Je leert over waterstofbruggen en de invloed op het kookpunt.

Wat leren we vandaag?

Moleculaire stof

Zout

Ethanol

Aluminiumsulfide

Natriumchloride 

Methaan

CO₂

Wat voor soort binding geeft de rode pijl aan?

1. Atoombinding
2. Molecuulbinding
3. Verbinding
4. ionbinding

Welke bindingen worden verbroken bij het oplossen van zout in water

1. Atoombindingen
2. Molecuulbinden
3. Verbindingen
4. Ionbindingen

Leg op microniveau uit welke binding sterker is: de vanderwaalsbinding of de ionbinding

Kookpunt van koolwaterstoffen

Waarneming (macroniveau)

Kookpunt verschilt bij deze stoffen

Uitleg (microniveau)

De molecuulmassa van tetrachloormetaan is het grootste. De VDW binding is daarmee het sterkste, waardoor de moleculen sterker bij elkaar blijven en dus het kookpunt hoger is

• polair & apolair
• waterstofbruggen in de praktijk

Wat leren we vandaag?

Kookpunt van vloeistoffen

	Water	Methaan
Molecuulmassa	18u	16u
Kookpunt	373K	111K

Ongeveer dezelfde molecuulmassa en toch zo'n groot verschil in kookpunt.

Hoe kan dat?

Gemeenschappelijk elektronenpaar

Twee dezelfde atoomsoorten?

 

Beide atomen trekken even hard aan gemeenschappelijk electronenpaar

Gemeenschappelijk elektronenpaar

Twee verschillende atoomsoorten, zoals bij N en O?

Atomen trekken niet altijd even hard aan het electronenpaar

Het groene atoom trekt harder aan het elektronenpaar dan het blauwe atoom (geldt voor N of O).

De negatieve lading van het gemeenschappelijk elektronenpaar zit hierdoor het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. 

De negatieve lading van het gemeenschappelijk elektronenpaar zit het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. 

Hierdoor is het blauwe atoom ietsje positiever: δ+ lading. Het groene atoom (het O of N atoom) is dan wat negatiever: δ− lading.

Let op: het hele molecuul blijft neutraal!

Gemeenschappelijk elektronenpaar

Hoe zit dat met water?

Het zuurstofatoom trekt harder aan het gemeenschappelijke elektronenpaar dat waterstofatoom.

De negatieve lading van het gemeenschappelijk elektronenpaar zit het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. 

Het zuurstof atoom is daardoor wat negatiever: δ− lading.

Hierdoor is het waterstofatoom ietsje positiever: δ+ lading. 

Let op: het hele molecuul blijft neutraal!

Welke delen van een magneet trekken elkaar aan?

1. - kant trekt - kant aan
2. + kant trekt - kant aan
3. + kant trekt + kant aan

De waterstofbrug

Het zuurstof atoom: δ− lading.

Het waterstofatoom: δ+ lading. 

- en + trekken elkaar sterk aan

Waterstofbrug

De O of N van een OH of NH groep 

wordt aangetrokken door 

de H van een OH of NH groep

Welke twee soorten bindingen zitten er in watermoleculen ?

1. Atoombinding
2. Ionbinding
3. Vanderwaalsbinding
4. Waterstofbrug

Een waterstofbrug is een voorbeeld van:

1. Atoom binding
2. Een ion interactie
3. Molecuul binding
4. Een metaal binding

De waterstofbrug in andere moleculen

Waterstofbrug

De O of N van een OH of NH groep wordt aangetrokken door de H van een OH of NH groep

Kookpunt van vloestoffen

	Water	Methaan
Molecuulmassa	18u	16u
Kookpunt	373K	111K

Ongeveer dezelfde molecuulmassa en toch zo'n groot verschil in kookpunt.

Leg op microniveau uit waarom water een hoger kookpunt heeft dan methaan

Hoe goed begrijp je deze stof?

😒🙁😐🙂😃

Welke onderdeel
wil je nog meer uitleg?

Welke 2 onderwerpen wil jij terug laten komen in de herhaalweek?

Maken

• voorkennis H5.1: 

Doorlezen paragraaf 5.1

Inleveren via TEAMS of Magister 

HW

Maken

• voorkennis H5: 1 t/m 6

Doorlezen paragraaf 5.1

Inleveren via TEAMS of Magister 

HW

Tips voor de komende 2 weken

• Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de vanderwaalsbinding en hoe hoger het kookpunt.

• Tussen NH en OH atomen komt een polaire atoombinding voor. Het H atoom heeft een δ+ lading en het O of N atoom een δ− lading.

• Tussen moleculen met een OH of NH groep vormen zich waterstofbruggen. Dat geldt voor water, alkanolen en alkaanaminen.

• Waterstofbruggen vormen een sterkere binding tussen moleculen dan de vanderwaalsbinding. Dit leidt tot een hoger kookpunt.
  

Samengevat