B4: planten

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

  1.  Mobiel in de tas

  2. Boek, pen en schrift op tafel

  3. Tas op de grond

  4. Ga stil lezen 3.3

Per rijk:

- Teken je de bijbehorende cel

- Benoem je de kenmerken

- Hierbij gebruik je bepaalde begrippen

In Learnbeat staat alles beschreven

Bacteriën

Planten

Schimmels

Gewervelden

Geleedpotigen

Eukaryoten

Leven

Prokaryoten

Dieren

BS 3

BS 4

BS 5

BS 6

BS 7

BS 8

Basisstof 3

Planten

Aan het einde van deze les kan ik:

kenmerken noemen van zaadplanten en sporenplanten

kenmerken noemen van vaatplanten en groenwieren

Planten

Wieren

Rijk:

Stam:

Klasse:

Zaadplanten

Sporenplanten

Vaatplanten

Vaatplanten

Alle planten met vaten, wortels, bladeren en stengels

Zaadplanten

Planten die uit een zaadje komen

Hebben bloemen en ruiken lekker

Sporenplanten

Planten die uit een spore komen

Een spore kun je alleen zien onder de microscoop

Mos heeft sporendoosjes

Varens hebben sporenhoopjes

Wieren

Alle planten zonder vaten, wortels, bladeren en stengels

Stam:

Huiswerk maken

1. Lees de tekst, als dat niet klaar was

2. Kijk 3.2 na via magister studiewijzer

3. Maak 3.3, behalve de +opdrachten

Klaar? Laat zien en doe iets voor jezelf

Quizzz

Planten is de enige groep met bladgroenkorrels

1. waar
2. niet waar

Bacteriën hebben wel een celkern

1. waar
2. niet waar

Organismen behoren tot dezelfde soort als....

1. zij kinderen kunnen krijgen
2. zij vruchtbare kinderen kunnen krijgen
3. zij op elkaar lijken

Mensen zijn ....

1. Tweezijdig symmetrisch
2. Veelzijdig symmetrisch
3. Niet symmetrisch
4. stom

Varens hebben sporendoosjes

1. waar
2. niet waar

Zaadplanten hebben bloemen

1. waar
2. niet waar

Dit is een varen

1. waar
2. niet waar

Waarom zijn er niet verschillende soorten sporen?

Waarin ontstaan de zaden van zaadplanten?

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. bloem

Planten, dieren en schimmels behoren tot de groep zonder celkern

1. waar
2. niet waar