les 14 - M2 - martes 7 de enero 2025

Les 13 - M2 - martes 7 de enero 2025
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 13 - M2 - martes 7 de enero 2025

Slide 1 - Diapositive

¿Qué hacemos hoy? 
  • Welkom (5m)
  • Opdracht filmpjes 'El día de los Muertos' & 'Navidad' (20m) 
  • Wat moeten jullie kennen en kunnen voor de toets (15m)
  • Break (5m)
  • Woordenschat oefenen mbv Blooket (20m)
  • Tijd voor vragen en zelfstudie (15m)

Slide 2 - Diapositive

Cultuur

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat valt je op?
Maak thuis aantekeningen bij de video's van:
- de dag van de doden (Mexico)
- Kerst in Spanje

Wat zijn overeenkomsten en verschillen met Nederland?
Wat is typisch Mexicaans / Spaans?

Slide 5 - Diapositive

Inloggen bij lessonup
Ga naar:

lessonup.app

en voer de juiste code in

Slide 6 - Diapositive

Wat moet je leren voor de toets?
  • de getallen 100 t/m 1000
  • het werkwoord 'ir' (gaan) + de 6 vormen 
  • de toekomende tijd: 'ir' + a + hele werkwoord (iets wat je binnenkort gaat doen)
  • het bezittelijk voornaamwoord
  • woordenschat van hoofdstuk 5
  • inhoud van de filmpjes over El día de los muertos & Navidad 

Slide 7 - Diapositive

Los números
Tengo trece años.

Tengo dos hermanos.

La camisa cuesta
veinte euros.

Slide 8 - Diapositive

Los números 20 - 100 
veinte = twintig
veintiuno = eenentwintig

treinta = dertig
treinta y cinco = vijfendertig

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welk getal is:
doscientos sesenta y siete?
A
276
B
266
C
277
D
267

Slide 11 - Quiz

Wat is het juiste woord voor '500' in het Spaans
A
cincocientos
B
quincecientos
C
quinientos
D
cinco cientos

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je '981'
in het Spaans?
A
nuevecientos ochtenta uno
B
nuevecientos ochenta y uno
C
novecientos ochenta uno
D
novecientos ochenta y uno

Slide 13 - Quiz

Wat valt je op aan de getallen in het Spaans tussen 20 en 30 bijvoorbeeld?

Slide 14 - Carte mentale

Kies het antwoord waarbij de getallen in de juiste volgorde staan.
A
55-78-68-92-16-15
B
55-78-68-92-17-15
C
55-68-78-92-17-15
D
15-78-68-92-17-55

Slide 15 - Quiz

Welke getallen kloppen alledrie in het Spaans?
A
dos, cinquenta y nueve, trece
B
doce, ochenta y ocho, dieciséis
C
uno, sietenta y nueve, quatro
D
doze, noventa y seis, dieciseis

Slide 16 - Quiz

De getallen t/m 29 worden uit elkaar geschreven en de getallen na 30 worden aan elkaar geschreven.
A
Verdadero
B
Falso

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Bron J - grammatica 

Slide 20 - Diapositive

Voorbeelden...
1. Voy a vivir en Rotterdam.
2. Vamos a hablar sobre (=over) la escuela.
3. Ella va a escuchar (=luisteren) la radio.
4. Él va a llevar (=dragen) un vestido nuevo.
5. Ellos van a comer pizza hoy.
6. ¿Vais a comprar ropa nueva?

Slide 21 - Diapositive

Belangrijke werkwoorden
comprar
descansar
beber
ir de compras
kopen
uitrusten
drinken
winkelen
comer
hacer
buscar
dar un paseo
eten
doen
zoeken
wandelen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Woordenschat oefenen
play.blooket.com/play
H5: 
nieuwe woordenschat

Slide 24 - Diapositive

Ruimte voor vragen en zelfstudie
             Ik loop rond om individuele vragen te beantwoorden

              Je mag alvast leren voor de toets van volgende week /                      de D-toets maken
  • In Magister zet ik de link naar deze laatste PPT
  • Check je toetsboekje voor de onderwerpen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive