BAS week 2 Werken in het restaurant #

Werken in het restaurant
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
HorecaVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Werken in het restaurant

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog?
  • Wat zijn voorbeelden van titels in de keuken?
  • Wat zijn routings?
  • Noem verschillende soorten horeca bedrijven.
  • Wat betekend horeca?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les ken/weet ik:

  • Wat zijn voorbereidende taken in het restaurant?
  • Wat is routing?
  • Wat is professionele houding?
  • Welke basis regels zijn er met het werken met alcohol? 

Slide 3 - Diapositive

Werkzaamheden
Mastiek:
Alle voorbereidende taken die je buiten de service (het verblijf van gasten) om doet.

Slide 4 - Diapositive

Werkzaamheden
Mise en Place:
Alle voorbereidende taken die de service (het verblijf van gasten) sneller maken.
voor, tijdens en na het service

Slide 5 - Diapositive

Valt het onder mastiek of onder Mise en Place?
(beide kan ook)
Mastiek
Mise en place

Slide 6 - Question de remorquage

Verschillende soorten horeca bedrijven
  1.  Restaurants
    - Fine dining
    - All-you-can-eat
  2. Cafés en koffiebars
    - Eetcafé
    - Koffiebar
  3. Bars en kroegen
    - Cocktailbar
    - Bruin café
Indeling restaurant: 
Office:
Werkruimte tussen keuken en bediening.
Afwas:
Ruimte waar de afwas wordt gedaan.
Zalen:
Zalen voor groepen of vergaderingen, evt. met buffet

Slide 7 - Diapositive

Routing
Routing is het zo efficiënt en logisch mogelijke manier je werkzaamheden uit voeren.

Slide 8 - Diapositive

Indeling van de horecabedrijven
  1. Drankverstrekkende bedrijven
    Waar wat gedronken wordt
    Bijv: café, koffiebar
  2. Logiesverstrekkende bedrijven
    Daar waar je kunt slapen
    Bijv. hotel
  3. Voedsel verstekkende bedrijven
    Daar waar je kunt eten
    Bijv. restaurant

Slide 9 - Diapositive

Gek woord: "Blurring"
Blurring of branchevervaging.
Denk maar aan een kapperszaak waar je tijdens het wachten een smoothie kunt bestellen of een koffiebar waar je ook fietsen kunt kopen of laten repareren.

Slide 10 - Diapositive

DE 6 P 's. 
Het concept van het bedrijf
  1. Plaats
  2. Product
  3. Prijs
  4. Personeel
  5. Presentatie
  6. Promotie 

Slide 11 - Diapositive

Welke beroepen ken je in de horeca?
  1. Kok
  2. Gastvrouw/heer
  3. Schoonmakers
  4. Afwassers
  5. Managers
  6. Receptionist(e)
  7. Maaltijdbezorger

Slide 12 - Diapositive

Welke titels ken je in de horeca?
  1. Chef-kok
  2. Sous-Chef (2e man/vrouw)
  3. Chef de Parti
  4. Sommelier (wijn kenner)
  5. Patissier (kok brood, banket, ijs, taarten)
  6. Rotisseur (vlees)
  7. Saucier (sauzen soepen bouillons) 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat weet je nog?
  • Noem 3 voorbeelden van Mise en Place?
  • Wat betekent gast gericht werken?
  • Kun je aangeven wanneer je met alcohol mag werken en wanneer nog niet?

Slide 15 - Diapositive

Einde hoofdstuk 1 
Werken in de Horeca

Slide 16 - Diapositive