Les 7

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat gaan we deze les leren?

• Verschillende bewegingen.
• Gemiddelde snelheid.
• Snelheden van verschillende vervoersmiddelen.
• Berekenen van de gemiddelde snelheid.
• Omzetten van de formule

Hoofdstuk 6.2

Bewegen:

Er bestaan drie soorten bewegingen.

1. eenparige beweging (constante beweging)
2. versnelde beweging
3. vertraagde  beweging

Eenparige beweging

• De snelheid blijft constant (hetzelfde)
• Elke seconde wordt dezelfde afstand afgelegd.
• De tussenruimte is steeds gelijk
• De grafiek is een rechte horizontale lijn.

Eenparig

Geef voorbeelden van een eenparige beweging

Versnelde beweging

• De snelheid neemt toe (wordt groter)
• De tussenruimte wordt groter
• De grafiek is een rechte lijn die schuin omhoog loopt.

Versneld

Geef een voorbeeld van een versnelde beweging

Vertraagde beweging

• De snelheid neemt af (wordt steeds kleiner)
• De tussenruimte wordt kleiner
• De grafiek is een rechte lijn, schuin naar beneden

Vertraagd

Geef een voorbeeld van een vertraagde beweging

Verschillende kruissnelheden van vervoersmiddelen

Als je loopt ga je niet altjd even snel. We doen niet of de snelheid steeds hetzelfde is en dat noemen we dan de gemiddelde snelheid.

Met deze gmiddelde snelheid kunnen we rekenen. De volgende gemiddelde snelheden moet je kennen. De tabel hoef je niet te kennen, die krijg je bij een toets er bij.

wandelen: 6 km/h

fietsen: 20 km/h

brommer: 40 km/h

auto: 100 km/h

Wat is de gemiddelde snelheid van een wandelaar?

1. 1 km/h
2. 6 km/h
3. 1 m/s
4. 6 m/s

Wat is de gemiddelde snelheid voor een fietser?

1. 10 km/h
2. 15 km/h
3. 20 km/h
4. 25 km/h

Wie gaat er sneller

1. een jachtluipaard
2. een schaatser

Wie gaat er sneller

1. een jachtluipaard
2. een auto die 100 km/h rijdt

Wie gaat er sneller

1. een jachtluipaard
2. een auto op de snelweg

Berekenen

• De snelheid mag je schrijven in meter per seconde en kilometer per uur.
• om de snelheid van kilometer per uur om te rekenen naar meter per  seconde moet je twee dingen weten

Berekenen

• Hoeveel meter is 1 kilometer?

• Hoeveel seconden zitten er in 1 uur?

1 kilometer = 1000 meter

1 uur = 60 minuten

1 minuut = 60 seconden

dus, 1 uur = 60 x 60 = 3600 seconden

Berekenen

Reken om hoeveel m/s gelijk is aan 90 km/h?

90 km = 90 000 m

1 uur = 3600 seconde

90 km in 1 uur =  90 000 m in 3600 s

90 000 : 3600 = (rekenmachine)

25 m/s

Rekentruc

Aantekening

• Afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
• Afstand = snelheid * tijd
• s = v * t

Ik loop met een snelheid van 5 m/s. Ik loop voor 10 seconde. Welke afstand leg ik af?

1. 5 meter
2. 20 meter
3. 50 meter
4. 80 meter

Een auto rijdt 1 km met een snelheid van 31 m/s. Hoelang doet deze auto daarover?

1. 30 seconde
2. 31 seconde
3. 32 seconde
4. 33 seconde

Jan fietst 2,1 km in 5 minuten.
Wat is zijn snelheid?

1. 25,1 km/h
2. 25,2 km/h
3. 25,3 km/h
4. 25,4 km/h

Wat gaan we deze les leren?

• Verschillende bewegingen.
• Gemiddelde snelheid.
• Snelheden van verschillende vervoersmiddelen.
• Berekenen van de gemiddelde snelheid.
• Omzetten van de formule