- woorden op -α in de woordenlijst (stam op ρ, ε, ι)
- 4 opties: OW ev, LV ev, OW mv, LV mv
Slide 11 - Diapositive
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-αι
-αν
-α
-ας
Slide 12 - Question de remorquage
welke vorm is ἀνδρειαν?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.
Slide 13 - Quiz
Welk lidwoord hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
αἱ
την
ἡ
τας
Slide 14 - Question de remorquage
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-αι
-ην
-η
-ας
Slide 15 - Question de remorquage
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-αι
-αν
-α
-ας
Slide 16 - Question de remorquage
De vormen van ἡ μαχη die je voorlopig in elk geval moet kunnen herkennen in zinnen.
nom. ev. ἡ μαχη
acc. ev. την μαχην
nom. mv. αἱ μαχαι
acc. mv. τας μαχας
Slide 17 - Diapositive
De vormen van ἡ χωρα die je voorlopig in elk geval moet kunnen herkennen in zinnen
nom. ev. ἡ χωρα
acc. ev. την χωραν
nom. mv. αἱ χωραι
acc. mv. τας χωρας
bij de χωρα groep horen woorden met een stam op ρ ε ι
Slide 18 - Diapositive
Wat betekent de volgende zin? την ἀδελφην θεα βλεπει
A
De zus ziet een godin.
B
De zussen zien godinnen.
C
Een godin ziet de zus.
D
Godinnen zien de zussen.
Slide 19 - Quiz
Wat betekent de volgende zin? την θεαν φερομεν
A
De godin verdraagt ons.
B
Zij verdraagt de godin.
C
De godinnen dragen.
D
Wij verdragen de godin.
Slide 20 - Quiz
Wat betekent de volgende zin? σοφιαν φερετε
A
Ik breng wijsheid.
B
Jij brengt wijsheid.
C
Wij brengen wijsheid.
D
Jullie brengen wijsheid.
Slide 21 - Quiz
Wat betekent de volgende zin? νικη βοηθειαν φερει
A
Overwinning brengt hulp.
B
Hulp brengt een overwinning.
C
Overwinningen brengen hulp.
D
Hulp brengt overwinningen.
Slide 22 - Quiz
Duidelijk? Vertaal dan oefening 4D (p.21)
Slide 23 - Diapositive
Alles duidelijk? Oef. 4D (p.21) vertaald? Zet hier dan een foto van de door jou gemaakte oefening. Liever meer uitleg? Bekijk de video op de volgende dia.