English lesson 4

English lesson 4
Vandaag gaan we een stapje verder met personal pronouns.
Lesson Goal:
I know the possessive adjectives.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 6,7

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

English lesson 4
Vandaag gaan we een stapje verder met personal pronouns.
Lesson Goal:
I know the possessive adjectives.

Slide 1 - Diapositive

Weet je dit nog? What does personal pronouns mean? Wat betekent “personal pronouns”

Slide 2 - Question ouverte

Write down all the personal pronouns. ik, hij, zij etc... in het Engels

Slide 3 - Question ouverte

Personal pronouns betekent dus persoonlijk voornaamwoorden. Zoek nu op op internet wat “possessive” betekent. Write the answer down below.

Slide 4 - Question ouverte

Watch (Bekijk) the video on the next slide (dia).

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat viel je op aan de video?

Slide 7 - Question ouverte

Ken je nog wat woorden uit de video? Zo ja, schrijf ze hier op.

Slide 8 - Question ouverte

Sleep de Engelse woorden naar de juiste vertaling
ons
hun
zijn
our
their
his

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de Engelse woorden naar de juiste vertaling
Haar
jouw
mijn

Her
your
my

Slide 10 - Question de remorquage

Vertaal het woord in hoofdletters:
HIS car is new.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal het woord in hoofdletters:
HER phone is broken.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal het woord in hoofdletters:
MY friend is nice.

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal het woord in hoofdletters:
YOUR cat is cute.

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal het woord in hoofdletters:
OUR parents are divorced.

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal het woord in hoofdletters:
Their house is big.

Slide 16 - Question ouverte

Maak nu zelf een zin met 1 van de volgende woorden:
my, your, his, her, our, their

Slide 17 - Question ouverte

Hoe ging het vandaag? How did it go today?

Slide 18 - Question ouverte

Do you think you know these words? My, your, his, her, our, their.
yes
no
almost

Slide 19 - Sondage

That's it for today!

Slide 20 - Diapositive