Ka 16: het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben

KA 16: het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

KA 16: het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben

Slide 1 - Diapositive

Kenmerken
Verkorte versie: De Investituurstrijd
Tijdvak: Tijd van Steden & Staten
Jaartallen: 1000-1500
Periode: Middeleeuwen
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: politiek, cultuur
Mindmap: standensamenleving (geestelijkheid, adel, boeren ‘& burgers’), conflict paus en keizer, benoeming bisschoppen/ investituurstrijd (ca. 1075 – 1122), Concordaat van Worms (1122)

Slide 2 - Diapositive

Gebeurtenis: De 'gang naar Canossa'. Deze uitspraak betekent zoiets als 'door het stof gaan'. Het is het bekendste voorbeeld van een verschijnsel dat in de Middeleeuwen vaker voorkwam: vorsten die zich gedwongen zagen om zich aan het gezag van de kerk en de paus te onderwerpen. Er zijn overigens ook genoeg voorbeelden van het tegendeel waarbij vorsten de pausen te baas waren. Eén ding was duidelijk tussen kerk en staat was een felle machtsstrijd gaande. 

Slide 3 - Diapositive

Persoon: Innocentius III (ca.1160-1216). Zeer machtig kerkelijk én wereldlijk leider. De Engelse vorst Jan zonder Land erkende Innocentius III als hoogste wereldlijke leenheer nadat hij met hem in conflict was geraakt oer Schotland.  Daarnaast riep Innocentius III ook op tot drie kruistochten.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  • De leerling kan de (christelijke) standensamenleving beschrijven.
  • De leerling kan drie oorzaken benoemen hoe de het christendom vanaf het jaar 1000 steeds sterker wordt. 
  • De leerling kan de oorzaak en het gevolg van het Ooster Schisma (1054) benoemen.
  • De leerling kan de ruzie tussen paus en keizer uitleggen met behulp van de Investituursstrijd en het Concordaat van Worms (1122).
  • De leerling kan uitleggen hoe de paus (vorst in de kerkelijke ban doen) en keizer (tegenpaus benoemen) zich met elkaar blijven bemoeien, omdat kerk en staat niet van elkaar gescheiden zijn. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De christelijke wereld
Deze taakverdeling tussen vorst en kerk blijkt ook uit de indeling van de samenleving (van hoog naar laag) in drie standen, die elk hun eigen rechten en plichten hebben:
  •  1e stand: geestelijken (“wij bidden voor u”)
  • 2e stand: adel (“wij vechten voor u”): bestuur, rechtspraak en leger. Uit deze stand kwamen ook de hogere geestelijken
  • 3e stand: boeren (“wij werken voor u”, na het jaar 1000 meer en meer “wij betalen de belastingen”); met de opkomst van de stedelijke burgerij ontstond er binnen deze stand feitelijk een klasse: een groep die haar aanzien niet aan afkomst ontleende maar aan inkomen & bezit.

De West-Europese standensamenleving ontstond in de vroege middeleeuwen en eindigde pas echt met de democratische revoluties in de late 18e eeuw: de burgerij voerde toen ‘gelijkheid voor de wet’ in (en vernietigde daarmee de voorrechten van adel en geestelijkheid).

Slide 7 - Diapositive

De christelijke wereld
‘Europa’ stond in de middeleeuwen niet zozeer voor een gebied maar voor de gemeenschap van christenen (de westerse christenheid). Geloof en kerk waren in deze wereld geen privézaak. Dat was, omdat in het middeleeuwse denken feitelijk niet één maar twee ‘overheden’ boven de christenen stonden, die in theorie evenveel macht hadden: 

de wereldlijke macht (vorst)                                                     de geestelijke macht (kerk)
Taken                                                                                                   Taken
bestuur                                                                                               waken over het zielenheil van de gelovigen
rechtspraak                                                                                      eigen rechtbanken
belastingheffing                                                                             tienden



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Test jezelf

Slide 15 - Diapositive

Een bewering: De paus kan deze oorkonde gebruiken als propaganda in
de machtsstrijd die op dat moment in de christelijke wereld woedt.
Geef aan:
• welke boodschap de paus met een verwijzing naar deze oorkonde
kan overbrengen en
• welke politieke reden Stephen waarschijnlijk heeft om deze oorkonde
uit te vaardigen.

Slide 16 - Question ouverte

Stelling: ‘De investituurstrijd was niet in overeenstemming met de tweezwaardenleer.’
Leg uit dat deze stelling juist is.


Slide 17 - Question ouverte