(G1) les 15 - spelling

Nederlands 1e uur (klas g1c)
Spelling
Zet je camera aan en laat je microfoon uit.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 1e uur (klas g1c)
Spelling
Zet je camera aan en laat je microfoon uit.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Opdrachten
  • Reflectie 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt meervouden die eindigen op -en correct spellen.
  • Je kunt meervouden die eindigen op -s correct spellen. 

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
  • Hoeveel tegenstellingen hebben jullie gisteren bedacht?
  • Zet het antwoord in de chat! 

Slide 4 - Diapositive

Uitleg: meervouden op -en en -s
  • De meeste zn hebben of een meervoud op -en of een meervoud op -s (paard > paarden, hotel > hotels).

  • Uitzonderingen:
  1. Sommige zn hebben een meervoud op -en én -s (groente > groenten/groentes).
  2. Sommige zn hebben geen meervoud (rijst > /).

Slide 5 - Diapositive

Meervouden op -en
Zo maak je meervoud op -en:
  • Zet -en achter het enkelvoud (dak > daken).

Soms moet je:
  • de laatste letter verdubbelen: kras > krassen
  • een a, e, o of u weglaten: beer > beren
  • een -f in een -v veranderen: boef > boeven
  • een -s in een -z veranderen: gans > ganzen

Slide 6 - Diapositive


1. achterneef
2. gelukwens
3. klaproos
4. luchtballon
5. schip

  • achterneven
  • gelukwensen
  • klaprozen
  • luchtballonnen
  • schepen

Slide 7 - Diapositive

Meervouden op -en (2)
Sommige zn krijgen in het meervoud een trema.
  • Als het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën (idee > ideeën, moskee > moskeeën).

  • Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met  -ën of -n (industrie > industrieën, porie > poriën).
  • Ligt de klemtoon op de laatste lettergreep? > -ën (industrie >industrieën
  • Ligt de klemtoon op een andere lettergreep?    > -n (porie > poriën)

Slide 8 - Diapositive

Wat is het meervoud van zee?


A
zeeën
B
zeën

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van olie?
A
olieën
B
oliën

Slide 10 - Quiz

Meervouden op -s
Zo maak je meervoud op -s:
  • Zet -s achter het enkelvoud (hengel > hengels, logé > logés).

  • Zet -'s achter het enkelvoud.
  1. bij woorden op -a, -i, -o, -u of -y (aula > aula's, hobby > hobby's).
  2. bij afkortingen (dvd > dvd's, WK > WK's)

  • Let op: cadeau > cadeaus, gameboy > gameboys, display > displays.
  • Maar: cavia > cavia's.

Slide 11 - Diapositive

Wat is het meervoud van etui?

Slide 12 - Question ouverte

Opdrachten
  • Maak opdracht 2 t/m 5 (spelling H3) online.
  • Als iets niet duidelijk is, kun je vragen stellen.

Slide 13 - Diapositive

Reflectie
  • Je kunt meervouden die eindigen op -en correct spellen.
  • Je kunt meervouden die eindigen op -s correct spellen. 

Huiswerk voor dinsdag:
Opdracht 2 t/m 5 (spelling H3) online.

Slide 14 - Diapositive