Disk Thema 2 - Bellen en mailen

Wat gaan we doen?

  • DISK nieuw thema  - bellen en mailen
  • Nieuwe woorden
  • Luistertekst

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?

  • DISK nieuw thema  - bellen en mailen
  • Nieuwe woorden
  • Luistertekst

Slide 1 - Diapositive

In dit thema oefen je met bellen en mailen.

Slide 2 - Diapositive

BELLEN
Bellen en mailen

Slide 3 - Diapositive

Bellen
Vertel wie je bent.  
  • Hallo, u/je spreekt met ...
Wat wil je vertellen? Wat is je vraag?
  • Ik kan vandaag niet naar school komen, want ... 
Hoe eindig je het gesprek?
  • Fijne dag/Tot morgen/Tot ziens 

Slide 4 - Diapositive

Ik ben ziek.
Ik word wakker en voel me ziek.

Wat moet ik doen?
Wat gebeurt er als ik niet afbel?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Schrijf een tip om een goed telefoongesprek te voeren.

Slide 7 - Question ouverte

Nieuwe woorden leren

Schrijf de woorden in je schrift!

Slide 8 - Diapositive

's ochtends
  • in de ochtend
  • van 7.00 - 12.00  uur
  • zin: Ik drink 's ochtends altijd koffie.
  • zin: 's Ochtends om half 9 begint de school. 

Slide 9 - Diapositive

's avonds
  • in de avond
  • van 18.00 - 0.00 uur
  • zin: Ik drink 's avonds altijd melk.
  • zin: 's Avonds is het donker. 

Slide 10 - Diapositive

's middags
  • in de middag
  • van 12-18 uur

  • zin: De leerlingen zijn            's middags vrij. 

Slide 11 - Diapositive

's nachts
  • in de nacht
  • van 0.00 - 7.00 uur
  • zin: Ik droom 's nachts. 

Slide 12 - Diapositive

aardig
  • lief 
  • vriendelijk
  • zin: De leerling is heel aardig.
  • zin: De aardige buurman verhuist morgen.

Slide 13 - Diapositive

de afspraak
  • dat wat je afspreekt
  • waar - wanneer - waarom
  • de afspraak - de afspraken
  • zin: Ik heb een afspraak bij de dokter.
  • zin: Morgen gaat de afspraak niet door. 

Slide 14 - Diapositive

al
  • eerder dan je dacht 
  • zin: Ik ben al klaar.
  • zin: Ik ga al naar huis.
  • zin: Het is al tijd.
  • zin: Ik ga nu al naar bed.

Slide 15 - Diapositive

bellen
  • contact hebben met iemand met een telefoon
  • werkwoord 
  • ik bel - wij bellen
  • zin: Ik bel met mijn broer.
  • zin: Ik ga de dokter bellen.

Slide 16 - Diapositive

beter
  • goed - beter - best 
  • zin: Ik ben beter in taal dan in rekenen.
  • zin: Elke dag wordt mijn Nederlands beter.

Slide 17 - Diapositive

de post

Slide 18 - Diapositive

Luisteren
We luisteren nu naar een dialoog in Disk.

Slide 19 - Diapositive

Joan belt voor een nieuwe afspraak bij de tandarts.

A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

De nieuwe afspraak is op dinsdag om 15.30 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Het is makkelijk om een nieuwe afspraak te maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

De assistente vindt het vervelend dat Joan afbelt.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz