Les 1 Periode 2

     BIENVENIDOS A LA CLASE DE                          ESPAÑOL
COMENZAREMOS EN 4 MINUTOS
OP TAFEL:
-LIBROS / BOEKEN
-ETUI
-LAPTOP DICHT
-MAP OF SCHRIFT ALEEN VOOR SPAANS
TAS OP DE GROND EN TELEFOON IN ZAKKIE
timer
3:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

     BIENVENIDOS A LA CLASE DE                          ESPAÑOL
COMENZAREMOS EN 4 MINUTOS
OP TAFEL:
-LIBROS / BOEKEN
-ETUI
-LAPTOP DICHT
-MAP OF SCHRIFT ALEEN VOOR SPAANS
TAS OP DE GROND EN TELEFOON IN ZAKKIE
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Welk cijfer geef jij je kerstvakantie?
010

Slide 2 - Sondage

Periode Planning:
Handelingsdeel, inleverdatum 19 maart: 
-Spreekvaardigheid.
 -Video Opdracht.
Grammatica en Woordenschat: 
-Unidad 3
-Unidad 4
-Verkorte woordenlijst.

Slide 3 - Diapositive

LEERDOELEN Unidad 3

A. De bezittelijk voornaamwoorden
B. Hay
C. Poner en Hacer
D. Tener + que (moeten)

Slide 4 - Diapositive

Hoy es lunes, 6 de enero de 2025
In dit moment jullie kunnen de laptop op tafel hebben en kunnen inloggen in de klas.

Slide 5 - Diapositive

LLAMARSE =  HETEN
ME LLAMO
TE LLAMAS
SE LLAMA
EL CHICO
YO

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de groene naar de gele zinnen!
¿Cuál es tu número de teléfono?
¿De dónde eres?
¿Cuántos años tienes?
¿Cómo te llamas?
¿Qué tal?
¡Hola!
Mi número de teléfono es 0654221234
mal/ regular/ bien
Buenos días
Me llamo Pablo
Tengo 13 años
Soy de España

Slide 7 - Question de remorquage

Zet de juiste vraag bij het juiste antwoord
¿De dónde eres?
¿Dónde vives?
¿Cuántos años tienes?
Hola, ¿Qué tal?
¿Cómo te llamas?
Soy de los Países Bajos
Vivo en Ámsterdam
Tengo 25 años.
Hola, ¡muy bien!
Me llamo Juan.

Slide 8 - Question de remorquage

Wat zou de dónde eres
kunnen betekenen?
A
ik ben
B
waar
C
waar kom je vandaan
D
Wie ben je?

Slide 9 - Quiz

¿De dónde eres?
A
Soy en...
B
Soy de...

Slide 10 - Quiz

¡Hola! yo __________(ser) Francis. 
Él ___________ (ser) español. 
Ellos  _______________(ser)marroquíes . 
¿De dónde ___________ (ser) tú?
Nosotros _____ (ser) de Barcelona.
soy
es
son
eres
somos

Slide 11 - Question de remorquage

Wat betekent hablar?
A
spreken/ praten
B
zoeken
C
kijken
D
eten

Slide 12 - Quiz

¿Te ___________ hablar español?
A
gusta
B
gustan

Slide 13 - Quiz

BLADZIJDE 26, 43, 49 EN 50
GEEL BOEK.

Slide 14 - Diapositive

Bladzijde 52
1- VIDEO

2- STAMBOOM VAN OSCAR

3- LEID DE BETEKENIS VAN DE VETGEDRUKTE WOORDEN AF UIT DE VOLGENDE ZINNEN EN SCHRIJ ZE IN JE SPAANS NOTITIEBOEKJE
timer
0:10

Slide 15 - Diapositive

SCHRIJF IN HET SPAANS:
BROER, MOEDER EN OPA

Slide 16 - Question ouverte

HASTA LA SEMANA QUE VIENE

Slide 17 - Diapositive