Flashcards Domein B Globalisering Print versie

Je hebt 21 flashcards nodig voor Domein B
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je hebt 21 flashcards nodig voor Domein B

Slide 1 - Diapositive

Overzicht Domein B
B1
Mondialisering en tijd-ruimtecompressie
B2
Mondiale spreidingspatronen

B3
Grootstedelijke gebieden

Slide 2 - Diapositive

Schrijf hier de vraag
B1
1. Wat is globalisering, hoe is het ontstaan en waar leidt het toe?
2. Wat is economische globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
3. Wat is politieke globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
4. Wat is culturele globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
5. Wat is het wereldsysteem?
6. Wat zijn de effecten en reacties op globalisering in centrumlanden, semi-perifere landen en perifere landen?
7. Wat is de samenhang tussen technologische ontwikkelingen, tijdruimtecompressie en globalisering?
8. Waarom veranderen de mondiale centrum-periferie verhoudingen?
9. Beschrijf globalisering voor 1970
10. Beschrijf de veranderingen in globalisering na 1970

Slide 3 - Diapositive

Wat is globalisering, hoe is het ontstaan en waar leidt het toe?

Slide 4 - Diapositive

Globalisering = voortdurende wereldwijde integratie tussen gebieden

De belangrijkste oorzaak van globalisering is technologische vooruitgang, met name in transport en communicatie. (tijd-ruimte compressie).

Positieve gevolgen: culturele diffusie, economische groei, goedkope producten en diensten, 

Negatieve gevolgen: ongelijkheid wereldwijd groeit, verlies culturen, ruimtelijke afwenteling (negatieve effecten merkbaar in andere gebieden) en afwenteling in de tijd (negatiefe effecten doorgeschoven naar volgende generaties, zoals klimaatverandering). 

Slide 5 - Diapositive

Wat is economische globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.

Slide 6 - Diapositive

2
Kenmerken van economische globalisering: 
  • Internationale kapitaalstromen (geld) en handel
  • internationale arbeidsverdeling
  • internationale productieketen 
  • multinationale ondernemingen
  • minder economische restriction / WTO
  • minder afhankeverminderd belang van de fysieke afstand tussen de plaats van productie en de afzetmarkt.

Slide 7 - Diapositive

Wat is politieke globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.

Slide 8 - Diapositive

3
Kenmerken politieke globalisering:
Minder invloed soevereine staat
Blokvorming

Slide 9 - Diapositive

4
Kenmerken culturele globalisering: 
Internationale verspreiding van cultuurelementen
Cultuurgebieden
Amerikanisering
Lingua Franca
Regionalisme

Slide 10 - Diapositive

5
Wereldsysteem:
  1. centrum: dienstensector, vraag naar goedkope producten en voedsel
  2. periferie: leveren grondstoffen en voedsel in ruil voor geld en goederen
  3. semi-periferie: opkomende landen, industrie groeit. 

Slide 11 - Diapositive

6
Semi-periferie = offshoring
Centrum = marketing, research & development. En nieuwe trend reshoring

Backwash effecten = onttrekken van waardevolle elementen uit (semi-)periferie  (braindrain)
spread effecten = Het profiteren van de (Semi-)periferie van economische ontwikkeling in het centrum kennis uitwisseling) 

Tegenreacties
  • regionalisme = eigen regionale identiteit koesteren en beschermen
  • nationalisme = eigen nationale identiteit koesteren en beschermen
  • Anders-globalisten = verzet tegen sociaal-economische en politieke ongelijkheid die globalisering in hun ogen meebrengt. 

Slide 12 - Diapositive

7
tijdruimtecompressie = Door technologische ontwikkelingen (transport- en informatietechnologie) is de relatieve afstand kleiner 

Afstandsverval = interactie tussen gebieden neemt af naarmate de afstand toeneemt. Dit is minder van belang met de moderne technologie. 

Slide 13 - Diapositive

8
Mondiale arbeidsverdeling verandert:
- nieuwe industrielanden nemen industrie over van centrumlanden (zoals China), dit heet uitschuiving of offshoring

Slide 14 - Diapositive

9
Globalisering voor 1970:
  • In koloniale tijd verschoof machtscentrum naar west-europa. Europeanisering.
  • Taal en godsdienst werden verspreid. Diffusie 
  • Na WO2 dekolonisatie 

Slide 15 - Diapositive

10
Globalisering na 1980:
  • Globalisering ging sneller
  • MNO's groeiden tot een wereldwijd netwerk
  • Landen openden hun grenzen voor handel
  • Snell ontwikkeling van technologie 

toekomst:
  • Nu triade het belangrijkst: VS, EU en Japan
  • zwaarteputn verandert: (global shift) naar pacific rim. 
  • China zal belangrijker worden 
  • Zuid-zuidinvesteringen 

Slide 16 - Diapositive

Overzicht Domein B
B1
Mondialisering en tijd-ruimtecompressie
B2
Mondiale spreidingspatronen

B3
Grootstedelijke gebieden

Slide 17 - Diapositive

Schrijf hier de vraag
B2
1. Noem sociaal-culturele landen indicatoren
2. Noem demografische landen indicatoren
3. Noem economische landen indicatoren
4. Noem politieke landen indicatoren
5. Waarom gebruiken we landen indicatoren en wat zijn de beperkingen?
6. Wat is de relatie tussen het economisch ontwikkelingspeil van het land en de verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo?
7. Wat is de relatie tussen het economisch ontwikkelingspeil van het land en de geboorte- en sterftecijfers?
8. Wat is de relatie tussen het economisch ontwikkelingspeil van het land en de verdeling van de beroepsbevolking in de sectoren?

Slide 18 - Diapositive

1
  • analfabetisme
  •  % meisjes dat naar school gaat 
  • godsdienst 
  • taal 
  • ...

* Let op! Sociaal-culturele indicatoren zeggen niet altijd iets over economische ontwikkeling. 

Slide 19 - Diapositive

2
  • Sterftecijfer
  • Geboortecijfer
  • levensverwachting
  • zuigelingensterfte  / kindersterfte 
  • ...

Slide 20 - Diapositive

3
  • BNP
  • BBP
  • Verdeling beroepsbevolking (primaire, secundaire, tertiaire sector) 
  • ... 


Slide 21 - Diapositive

4
  • democratisch gehalte
  • mensenrechten
  • corruptielevel
  • ... 

Slide 22 - Diapositive

5

Gebruiken landen indicatoren om landen met elkaar te vergelijken en tot een indeling van de wereld te komen. 

Werken met BNP heeft ook nadelen:
  • geen inzicht in regionale verschillen
  • geen inzicht in sociale ongelijkheid
  • BNP zegt niks over levensomstandigheden
  • Informele sector wordt niet meegenomen 

Oplossing: VN-ontwikkelingsindex. Combi welzijn + welvaart. 

Slide 23 - Diapositive

6
Hoe beter een land is ontwikkeld, des te hoger is de verstedelijkingsgraad en des te lager is het verstedelijkingstempo. 

Arme landen hebben een hoger verstedelijkingstempo. 

Slide 24 - Diapositive

7
Hoe beter een land is ontwikkeld, des te lager is het geboortecijfer en sterftecijfer. 

Slide 25 - Diapositive

8
Hoe welvarender een land, hoe minder mensen in de landbouw werken (primaire sector) en hoe meer mensen in de dienstensector. 

Slide 26 - Diapositive

Overzicht Domein B
B1
Mondialisering en tijd-ruimtecompressie
B2
Mondiale spreidingspatronen

B3
Grootstedelijke gebieden

Slide 27 - Diapositive

Schrijf hier de vraag
B3

Slide 28 - Diapositive

1. Wat is een wereldstad?

B3

Slide 29 - Diapositive

Wereldstad = stad die wereldwijd een belangrijke rol speelt op economisch, cultureel of politiek gebied. 

Kenmerken van een wereldstad:
  • hoofdkantoren van MNO's
  • mainports 
  • wereldwijd bekende culturele instellingen
  • mondiale financiële markten (beurs)
  • trends 
  • internationale dienstverlening 
B3

Slide 30 - Diapositive

2. Op welke gebieden zijn NY, Washington en LA wereldsteden?

B3

Slide 31 - Diapositive

New York
economisch + cultureel + politiek
Los Angeles
cultureel + economisch

Washington
politiek 

B3

Slide 32 - Diapositive

Wat zijn problemen in wereldsteden?

B3

Slide 33 - Diapositive

  • ruimtelijke segregatie (vorming getto's)
  • sociale polarisatie 
  • ...
B3

Slide 34 - Diapositive