Thema 7 | Les 3 | KL | Made in...

Thema 7
Wereldwijde verbindingen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 7
Wereldwijde verbindingen

Slide 1 - Diapositive

Made in...
Aardrijkskunde

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent 'Made in...?'

Slide 3 - Question ouverte

Reisdoelen
  1. Je kan een voorbeeld geven van het proces van productie, distributie en consumptie.

  2. Je kan een economische maatregel noemen die voor vrijhandel en globalisering heeft gezorgd.

  3. Je kan uitleggen welke drie factoren nodig zijn voor handel tussen gebieden.

Slide 4 - Diapositive


Kennis verkrijgen

Over het onderwerp van deze les

Slide 5 - Diapositive

Klimaat en neerslag
'Het klimaat is aan het veranderen.' Grote kans dat jij deze zin al vaker hebt gehoord via de nieuwskanalen op de radio of de tv. Het begrip klimaat is steeds vaker in de media te horen, maar wat betekent het eigenlijk? Met klimaat bedoelen we het gemiddelde weer in een gebied, gemeten over een periode van dertig jaar. Daarbij worden metingen gedaan van de temperatuur, de wind en de neerslag. Het aanwezige klimaat in een gebied heeft invloed op de vegetatie en dus ook op de landbouw. Omdat ons klimaat aan het veranderen is, zien we steeds vaker weersomstandigheden in extreme vormen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de oogst van de boeren.

Weet jij waar chocolade vandaan komt? Of waar je smartphone en je schoenen gemaakt zijn? Veel producten die we consumeren komen niet uit Nederland. Door de verbeteringen in transportmiddelen en communicatiemiddelen is de wereld geglobaliseerd. Dat is allemaal mogelijk omdat landen na de Tweede Wereldoorlog meer met elkaar zijn gaan samenwerken.
Consumeren
Het verbruiken van iets (goederen of diensten).

Slide 6 - Diapositive

Klimaat en neerslag
'Het klimaat is aan het veranderen.' Grote kans dat jij deze zin al vaker hebt gehoord via de nieuwskanalen op de radio of de tv. Het begrip klimaat is steeds vaker in de media te horen, maar wat betekent het eigenlijk? Met klimaat bedoelen we het gemiddelde weer in een gebied, gemeten over een periode van dertig jaar. Daarbij worden metingen gedaan van de temperatuur, de wind en de neerslag. Het aanwezige klimaat in een gebied heeft invloed op de vegetatie en dus ook op de landbouw. Omdat ons klimaat aan het veranderen is, zien we steeds vaker weersomstandigheden in extreme vormen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de oogst van de boeren.

Maatregelen die de eigen economie moesten beschermen, zoals importheffingen, werden opgeheven. Ook werd het makkelijker gemaakt om naar andere landen te reizen. Daardoor ontstond er vrijhandel in grote delen van de wereld.
Importheffing
De belasting die je moet betalen voor het importeren van goederen.
Vrijhandel
Internationale handel zonder belemmeringen.

Slide 7 - Diapositive

Zoek eens uit waar jouw schoenen gemaakt worden. Schrijf het land op.

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent consumeren?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de juiste betekenis van vrijhandel?
A
Het staat iedereen vrij met elkaar te handelen
B
Echt alles mag verhandeld worden over de wereld
C
Internationale handel zonder belemmeringen
D
Geen van dezen

Slide 10 - Quiz

Leg uit waarom een importheffing niet gunstig is voor de vrijhandel.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Klimaat en neerslag
'Het klimaat is aan het veranderen.' Grote kans dat jij deze zin al vaker hebt gehoord via de nieuwskanalen op de radio of de tv. Het begrip klimaat is steeds vaker in de media te horen, maar wat betekent het eigenlijk? Met klimaat bedoelen we het gemiddelde weer in een gebied, gemeten over een periode van dertig jaar. Daarbij worden metingen gedaan van de temperatuur, de wind en de neerslag. Het aanwezige klimaat in een gebied heeft invloed op de vegetatie en dus ook op de landbouw. Omdat ons klimaat aan het veranderen is, zien we steeds vaker weersomstandigheden in extreme vormen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de oogst van de boeren.

Of gebieden met elkaar handelen is vaak afhankelijk van drie factoren:




Vraag en aanbod
In gebied A is er vraag naar smartphones, maar die worden daar niet aangeboden. In gebied B is er wel een smartphone-winkel. Door te handelen kan die winkel gebied A voorzien in zijn vraag.
Transporteerbaarheid
Het moet mogelijk zijn om de goederen zonder al te veel moeite van gebied A naar gebied B te verplaatsen. Als de afstand te groot is, of de route te gevaarlijk is, neemt de verplaatsbaarheid af.
Tussenliggende mogelijkheden
Als er een derde speler op de markt is die de goederen goedkoper of sneller kan leveren zal de handel tussen gebied A en B afnemen.


Slide 13 - Diapositive

Wat is vraag en aanbod?

Slide 14 - Question ouverte

Of landen met elkaar willen handelen is afhankelijk van drie factoren. Welke drie zijn dit?

Slide 15 - Question ouverte

Bron 1 | De vraag, het aanbod, de transporteerbaarheid en eventuele tussenliggende mogelijkheden bepalen of er handel plaatsvindt tussen gebieden.

Slide 16 - Diapositive

Vraag en aanbod
Transporteerbaarheid
Tussenliggende mogelijkheid
Wat wil ik kopen en is het beschikbaar?
Hoe krijg ik het product van hier naar daar?
Is het misschien ergens anders goedkoper?

Slide 17 - Question de remorquage

Klimaat en neerslag
'Het klimaat is aan het veranderen.' Grote kans dat jij deze zin al vaker hebt gehoord via de nieuwskanalen op de radio of de tv. Het begrip klimaat is steeds vaker in de media te horen, maar wat betekent het eigenlijk? Met klimaat bedoelen we het gemiddelde weer in een gebied, gemeten over een periode van dertig jaar. Daarbij worden metingen gedaan van de temperatuur, de wind en de neerslag. Het aanwezige klimaat in een gebied heeft invloed op de vegetatie en dus ook op de landbouw. Omdat ons klimaat aan het veranderen is, zien we steeds vaker weersomstandigheden in extreme vormen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de oogst van de boeren.

Door de toegenomen handel is de concurrentie flink gestegen. Sommige gebieden zijn zich steeds meer gaan specialiseren in bepaalde producten. Daarom komen bepaalde producten vaak maar uit één bepaalde regio. Zo komt cacao uit Afrikaanse landen en komen elektronica en kleding meestal uit Aziatische landen.  


Concurrentie
Concurrentie is wanneer partijen elkaar proberen te verslaan op een bepaald gebied.

Slide 18 - Diapositive

Klimaat en neerslag
'Het klimaat is aan het veranderen.' Grote kans dat jij deze zin al vaker hebt gehoord via de nieuwskanalen op de radio of de tv. Het begrip klimaat is steeds vaker in de media te horen, maar wat betekent het eigenlijk? Met klimaat bedoelen we het gemiddelde weer in een gebied, gemeten over een periode van dertig jaar. Daarbij worden metingen gedaan van de temperatuur, de wind en de neerslag. Het aanwezige klimaat in een gebied heeft invloed op de vegetatie en dus ook op de landbouw. Omdat ons klimaat aan het veranderen is, zien we steeds vaker weersomstandigheden in extreme vormen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de oogst van de boeren.

Dat heeft echter ook een paar nadelen. Zo kan je ten eerste afhankelijk worden van andere landen. Als producten alleen maar uit andere landen komen heb je ook minder toezicht op de arbeidsomstandigheden en de kwaliteitseisen.
Arbeidsomstandigheden
De omstandigheden waarin werknemers moeten werken.
Kwaliteitseisen
De eisen waaraan een product moet voldoen.

Slide 19 - Diapositive

Waarom komen bepaalde producten vaak maar uit één bepaalde regio?

Slide 20 - Question ouverte

Welke twee nadelen worden er genoemd in de tekst voor de concurrentie in de handel?

Slide 21 - Question ouverte

Begrippen in deze les
  • Consumeren: Een oude handelsroute tussen Europa en Azië.

  • Importheffingen: Kruiden die het eten beter laten smaken, zoals peper, kaneel.

Slide 22 - Diapositive

Begrippen in deze les
  • Vrijhandel: een periode van grote welvaart voor een kleine groep Nederlanders in de zestiende eeuw.


  • Vraag en aanbod: De vraag naar en het aanbod van goederen bepalen de prijs van een product. Als de vraag toeneemt, stijgt de prijs. Als het aanbod toeneemt, daalt de prijs.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Wat vind jij? Is kleding te goedkoop? Geef een beargumenteerde mening na het bekijken van de video.

Slide 25 - Question ouverte


Terugblik

Wat heb jij geleerd?

Slide 26 - Diapositive

Wat heb jij geleerd in deze les? Schrijf dit zo uitgebreid mogelijk op.

Slide 27 - Question ouverte

Wat snap je nog niet zo goed en kun je hulp bij gebruiken?

Slide 28 - Question ouverte

Hoe interessant vond jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage