Les 6 , H grammaire (03-06)


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en een pen.

Dagopening 'Ervaringsdeskundigen in de politiek'


Aujourd'hui c'est lundi!                       Fijn dat je er bent!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en een pen.

Dagopening 'Ervaringsdeskundigen in de politiek'


Aujourd'hui c'est lundi!                       Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

Dagopening 'Ervaringsdeskundigen in de politiek'
Politici denken elke dag na over problemen in de samenleving en maken beleid om deze op te lossen. Maar kunnen ze oplossingen bedenken die écht werken als ze zelf die problemen niet hebben meegemaakt?


Slide 2 - Diapositive


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en een pen.
Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een woordzoeker.


Aujourd'hui c'est lundi!                       Fijn dat je er bent!

Slide 3 - Diapositive

Le programme:
- Grammaire H bijvoeglijk naamwoord
- SO bespreken

Slide 4 - Diapositive

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je iemand omschrijven
- Ken je de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Diapositive

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 6 - Diapositive

Grammaire H
Het bijvoeglijk naamwoord
De witte hond heet Kees.
Het ijsje is groot.
De blauwe auto is lelijk.
Welk woord in de zin is het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 7 - Diapositive

Welk woord in de zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Le chien est blanc
Je porte un t-shirt bleu
C'est un garçon sérieux

Slide 8 - Diapositive

Vidéo et petit note
Pak een pen en je aantekeningenschrift

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan:
1) Wat is de vorm van het bijvoeglijk naamwoord --> kijk naar het zelfstandig naamwoord ( - / -e / -s / -es)
2) Is het een onregelmatige vorm (beau / nouveau / vieux)?
Beau - belle - beaux - belles
Nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles
Vieux - vieille - vieux - vieilles

Slide 10 - Diapositive

Even oefenen...

Slide 11 - Diapositive

La piscine est ..............
bleu / bleue / bleus / bleus

Slide 12 - Diapositive

La piscine est bleue
bleu / bleue / bleus / bleus

La piscine --> La = vrouwelijk enkelvoud --> +e --> bleue

Slide 13 - Diapositive

Le garçon est ..............
grand / grande / grandes / grands

Slide 14 - Diapositive

Le garçon est grand
grand / grande / grandes / grands

La garçon --> Le = mannelijk enkelvoud --> + X --> grand

Slide 15 - Diapositive

Quiz:
Koppel je laptop met de LessonUp!

Slide 16 - Diapositive

Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord

Slide 17 - Quiz

Waar moet je op letten bij het bijvoeglijk naamwoord?
A
Of het vooraan de zin staat of achteraan
B
vorm ( mannelijk /vrouwelijk/meervoud)
C
vorm en of het een uitzondering is
D
hoofdletters

Slide 18 - Quiz

bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud

Slide 19 - Question de remorquage

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 20 - Question de remorquage

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist vorm?
A
La plage est grand.
B
La plage est grandes.
C
La plage est grande.
D
La plage est grand.

Slide 21 - Quiz

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
grand
bleue
bleu
grande
intelligent
blonde
intelligente
blond

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
--> is het bij enkelvoud le / la jean?
A
Les jeans noire.
B
Les jeans noirs.
C
Les jeans noires
D
Le jeans noir

Slide 23 - Quiz

Welke vorm van het Franse woord 'mooi' is juist?
A
Ma soeur est belle
B
Ma soeur est beau
C
Ma soeur est belles
D
Ma soeur est beaux

Slide 24 - Quiz

Welke vorm van het Franse woord 'nieuw' is juist?
A
La chambre est nouvelle
B
La chambre est nouveau
C
La chambre est nouveaux
D
La chambre est nouvelles

Slide 25 - Quiz

Au travail:
Quoi? 
1) Corrigeren geschreven tekst over personen omschrijven (gebruik je kennis van grammaire H tijdens het corrigeren) --> denk aan de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord --> un t-shirt bleu in plaats van un bleu t-shirt)
2) 30ABCD, 31ABC en 32ABC
Comment? Ga serieus in je eentje bezig met de opdrachten
Prêt (klaar)? Ga online Slim Stampen phrases-clés G


Slide 26 - Diapositive

Fijn dat je er weer bent!
Ga verder met de opdrachten uit het boek!

Klaar? Leren phrases-clés G / aantekening grammaire H / leren voor PW van maandag
Je mag muziek luisteren tijdens het leren!




Les devoirs:
Faire: ex. 30ABCD, 31ABC en 32ABC
Apprendre: phrases-clés G / leren voor PW

Slide 27 - Diapositive

Maandag 10 juni = PW
Les 1 = leerles + vragenles
Les 2 = PW

Slide 28 - Diapositive

Les devoirs (huiswerk)
- Leren phrases-clés G + aantekening grammaire H
- (Af)maken exercice 30ABCD, 31ABC en 32ABC

Slide 29 - Diapositive

Blooket:
Het bijvoeglijk naamwoord
https://dashboard.blooket.com/set/65cbadb11ceb14abe82daf92
Tip: Je mag je aantekening erbij houden!

Slide 30 - Diapositive

SO bespreken
Quoi? Zorg dat je tafel helemaal leeg is.
Comment? Na het bespreken kun je naar voren komen om een vraag te stellen. Geen vraag? Geef de toets door naar voren.


Slide 31 - Diapositive