Spelling 12-12-2023

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

't Kofschip-x
zitten de volgende werkwoorden in t' Kofschip-x?
JA
NEE
.
.
.
.
.
.
Luiden
Sporten
Branden
Melden
Planten
Richten

Slide 2 - Question de remorquage

zet het werkwoord in de verleden tijd
Het schip brandt al uren.
Het schip _______ al uren.

Slide 3 - Question ouverte

zet het werkwoord in de verleden tijd
De bemanning luidt de noodklok.
De bemanning ______ de noodklok.

Slide 4 - Question ouverte

zet het werkwoord in de verleden tijd
Ze waden naar de sloep.
Ze ______ naar de sloep.

Slide 5 - Question ouverte

zet het werkwoord in de verleden tijd
De kustwacht redt de opvarenden.
De kustwacht ______ de opvarenden.

Slide 6 - Question ouverte

zet het werkwoord in de verleden tijd
De kapitein leidt de reddingsactie.
De kapitein ______ de reddingsactie.

Slide 7 - Question ouverte

zet het werkwoord in de verleden tijd
Het scheepswrak strandt.
Het scheepswrak ______.

Slide 8 - Question ouverte

''Ik kan de verledentijd schrijven van woorden die eindigen met een d of een t in de ik-stam"
010

Slide 9 - Sondage

Kies de goede spelling in de verledentijd
Het vliegtuig _____ (landen)
Lande
Landte
Landen
Landde
Lanten
Landden
Landt

Slide 10 - Sondage

Kies de goede spelling in de verledentijd
De pannenkoek _____ (verbranden)
Verbrandt
Verbrandde
Verbrandte
Verbrande
verbrandden
Verbranden
Verbrand

Slide 11 - Sondage