Born B en néerlandais

Bonjour toute la classe!

1. Hang je jas op
2. zet je telefoon in de telefoontas
3. zet je Frans boek op tafel, je etui en je Plenda!
4. Zet je tas op de grond
5. Schrijf in je plenda op: jeudi 6 okt: 
6. Leer woorden BRON B Chapitre 1 (blz. 52) naar het Frans in je schrift. Schrijf de woorden over!

Bron B

1. Neem de woorden de door Bron B
2. Prends l'ordinateur. 
3. Ga naar lesson up en type de code. 
4. Faire l'exercices à la page 26 t/m 29. (maak de oefeningen op blz. 26 t/m 29)
5. apprends les mots et les phrases clés (Leer de woorden en zinnen van Bron B )

op vakantie

de week

de vriend

welkom

morgen

te gek

geniaal 

de vriendin 

bienvenue 

la semaine

demain

op vakantie

le copain

la copine

génial(e)

cool 

j'habite

1. ik organiseer
2. ik woon
3. ik ben
4. ik heet

j'organise

1. ik organiseer
2. ik woon
3. ik ben
4. ik heet

je suis

1. ik organiseer
2. ik woon
3. ik ben
4. ik heet

le prix

1. veel
2. de prijs
3. wanneer
4. waarom

beaucoup

1. veel
2. de prijs
3. wanneer
4. waarom

quand

1. waarom
2. veel
3. de prijs
4. wanneer

pourquoi

1. veel
2. hoe
3. waarom
4. wanneer

merci

1. geen dank
2. hoi
3. veel
4. dank je wel

Je m'appelle Léa. Et toi?

Je m'appelle Noah

Tu habites où?

J'habite à Paris

Bron B Faire les exercices à la page 26 t/m 29

(maak de oefeningen van Bron B blz. 26 t/29)

1. Attention (let op) De instructies die je niet begrijpt, zoek je op blz. 6 in je boek!
2. We kijken daarna samen de oefeningen!

Apprends les mots Bron B en français 

1. Prends le cahier (pak je schrift)
2. apprends les mots bron B en français (leer de woorden en de zinnen in het Frans)
3. Schrijf de woorden over in je schrift 
4. Leer in blokjes ( 5 woorden per keer)
5. les phrases (de zinnen) in stukjes leren.