5. Het parlement controleert

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

wie heeft de macht in een democratie?
A
de koning
B
het volk
C
de regering
D
het parlement

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het dagelijks bestuur van ons land?
A
Regering
B
Tweede Kamer
C
Parlement
D
Gemeenteraad

Slide 3 - Quiz

Mark Rutte maakt deel uit van:
A
Kabinet
B
Staten-Generaal
C
Parlement
D
Parlement en kabinet

Slide 4 - Quiz

Minister Grapperhaus maakt deel uit van:
A
Kabinet
B
Staten-Generaal
C
Parlement
D
Kabinet+Parlement

Slide 5 - Quiz

De Tweede Kamer is onderdeel van...
A
Parlement
B
Kabinet
C
Regering
D
Ministers

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De eerste kamer heeft
A
150 zetels
B
het primaat
C
75 zetels
D
recht van amendement

Slide 9 - Quiz

Hoeveel leden heeft het Parlement?
A
50
B
75
C
150
D
225

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Het parlement moet wetten goed- of afkeuren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Het indienen van een wetsvoorstel noem je??
A
Stemrecht
B
Recht van amendement
C
Recht van initiatief
D
Motierecht

Slide 16 - Quiz

Het aanpassen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Het parlement controleert de
A
rechters
B
regering

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Het parlement is hetzelfde als de regering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 23 - Quiz


Wie zitten er in het parlement?
A
Volksvertegenwoordigers
B
Staatssecretarissen
C
Ministers
D
Alleen maar hoogopgeleide mensen

Slide 24 - Quiz

Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 25 - Quiz

Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters

Slide 26 - Quiz

welk woord hoort in het rijtje NIET thuis?
parlement-1e kamer-2e kamer- ministers
A
parlement
B
1e kamer
C
minister
D
2e kamer

Slide 27 - Quiz