Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Startklaar
Pak je Chromebook/ laptop voor je
Start je Chromebook/ laptop op
Log in op www.lessonup.app
Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
timer
2:30
Slide 2 - Diapositive
Wat doe jij graag in je vrije tijd?
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
weet je wat vrije tijd is en wat jij in je vrije tijd doet
kun je een vrijetijdspaspoort invullen
weet je wat taalvaardigheden zijn en welke er zijn
kun je inschatten welke taalvaardigheden jij makkelijk en moeilijk vindt.
Slide 4 - Diapositive
Wanneer heb jij vooral vrije tijd?
doordeweeks in de ochtend
doordeweeks in de middag
doordeweeks in de avond
op zaterdag
op zondag
Slide 5 - Sondage
Bekijk het rooster hieronder. Wanneer heeft deze persoon vrije tijd?
ma
di
wo
do
vr
za
zo
ochtend
school
school
school
werken
werken
middag
school
school
school
school
school
werken
werken
avond
voetbal
voetbal
werken
werken
Slide 6 - Diapositive
Opdracht 1
Bedenk hoeveel vrije tijd jij elke week hebt.
Kleur daarna in de agenda op blz. 8 de dagdelen in die jij vrij bent.
Vul daarna het vrijetijdspaspoort in op blz. 9
timer
10:00
Slide 7 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
weet je wat vrije tijd is en wat jij in je vrije tijd doet
kun je een vrijetijdspaspoort invullen
weet je wat taalvaardigheden zijn en welke er zijn
kun je inschatten welke taalvaardigheden jij makkelijk en moeilijk vindt.
Slide 8 - Diapositive
Welke taalvaardigheden horen er bij het vak Nederlands?
Slide 9 - Question ouverte
De volgende taalvaardigheden horen bij
het vak Nederlands:
- lezen
- luisteren
- spreken (presentatie, spreekbeurt)
- gesprekken voeren (met iemand anders)
- schrijven
Vaardigheden:
Slide 10 - Diapositive
Een klant komt bij jou met een vraag. Jij helpt de klant bij het vinden van het juiste product. Dit is:
A
luisteren
B
gesprekken voeren
C
lezen
D
schrijven
Slide 11 - Quiz
Hoe helpt de vaardigheid gesprekken voeren jou op je stage of werk?
Slide 12 - Question ouverte
Je kijkt naar een programma op televisie over de ruimte, om meer te leren over dit onderwerp. Dit is:
A
luisteren
B
gesprekken voeren
C
lezen
D
schrijven
Slide 13 - Quiz
Hoe helpt de vaardigheid luisteren jou op je stage of werk?
Slide 14 - Question ouverte
Je stuurt een e-mail naar jouw baas, om te vertellen dat je morgen niet kunt komen werken. Dit is:
A
luisteren
B
gesprekken voeren
C
spreken
D
schrijven
Slide 15 - Quiz
Hoe helpt de vaardigheid schrijven jou op je stage of werk?
Slide 16 - Question ouverte
Je houdt een presentatie over een nieuw product over jouw werk. Dit is:
A
luisteren
B
gesprekken voeren
C
spreken
D
schrijven
Slide 17 - Quiz
Hoe helpt de vaardigheid spreken jou op je stage of werk?
Slide 18 - Question ouverte
Je bekijkt de handleiding van een boormachine, voordat je aan het werk gaat. Dit is:
A
luisteren
B
gesprekken voeren
C
spreken
D
lezen
Slide 19 - Quiz
Hoe helpt de vaardigheid lezen jou op je stage of werk?
Slide 20 - Question ouverte
Opdracht 2 en 3
Kies uit jouw vrijetijdspaspoort bij opdracht 1 twee activiteiten die je het leukste vindt en schrijf deze op. Kruis daarna per activiteit aan welke taalvaardigheid je daarvoor nodig hebt. Leg je antwoord uit.
Vul tot slot het schema in bij opdracht 3.
timer
10:00
Slide 21 - Diapositive
Welke vaardigheid beheers jij het beste denk je?
lezen
luisteren
spreken
gesprekken voeren
schrijven
Slide 22 - Sondage
Welke vaardigheid moet jij het meeste oefenen denk je?
lezen
luisteren
spreken
gesprekken voeren
schrijven
Slide 23 - Sondage
Kies uit het schema in opdracht 3 één activiteit die jou het leukste lijkt.
Slide 24 - Question ouverte
Kies uit het schema in opdracht 3 één activiteit waar jij hulp bij nodig hebt.