Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
1.1 De stroomkring
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.
Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.
Je kunt rekenen met de eenheid van stroomsterkte.
Je kent de eenheid van vermogen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Stroomkringen
Een stroomkring is een klein cirkeltje van een +pool naar een -pool. Kijk maar naar de batterij hiernaast.
Om het lampje te laten branden heb je een spanningsbron, gesloten stroomkring en elektriciteitsdraden nodig.
Slide 4 - Diapositive
Een stroomkring loopt van de...
A
-pool naar de +pool
B
+pool naar de -pool
Slide 5 - Quiz
Schakelschema
Een tekening om alle onderdelen in een elektrische schakeling te laten zien.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Parallelschakeling
Slide 8 - Diapositive
Symbolen schakelschema
Slide 9 - Diapositive
1.1 Elektrische stroom
Onthoud:
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
In een parallelschakeling verdeelt de stroom zich over meerdere takken. Je kunt de totale stroomsterkte in een parallelschakeling berekenen door alle stroomsterktes bij elkaar op te tellen.
Slide 10 - Diapositive
1.3 Stroomsterkte en spanning meten
Stroomsterkte (ampere) in serie
Spanning (volt) parallel
Slide 11 - Diapositive
Geleiders
Stoffen waar elektrische energie doorheen kan bewegen.
Alle metalen zijn geleiders voorbeelden hiervan zijn: koper, aluminium, staal, zilver, goud enz enz. Maar ook je potlood is een goede geleider. In potlood zit grafiet.
Slide 12 - Diapositive
Isolatoren
Stoffen waar geen elektrische energie doorheen kan 'lopen'.