disk film

woorden herhalen
zinnen maken
dictee
toetsen 
grammatica
schrijven
groeps lezen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

woorden herhalen
zinnen maken
dictee
toetsen 
grammatica
schrijven
groeps lezen

Slide 1 - Diapositive

verlegen
Het meisje is verlegen

reserveren
Wil jij de kaartjes reserveren?

Slide 2 - Diapositive

zichtbaar
De vlek is niet zichtbaar
klaarstaan
Hij staat voor iedereen klaar

Slide 3 - Diapositive

de ellende
massaal
met heel veel mensen

Slide 4 - Diapositive

ontsnappen
De dief is ontsnapt uit de gevangenis
uitnodigen
Ik nodig je uit op mijn feestje.

Slide 5 - Diapositive

gezellig
Ik vind het hier heel gezellig
lastig
Ik vind deze som best lastig.

Slide 6 - Diapositive

steeds
elke keer /every time
de aandacht/ the attention
Mag ik jullie aandacht?

Slide 7 - Diapositive

achterna
Ik loop hem achterna.
de beschrijving
the discription

Slide 8 - Diapositive

het geweld
the violence
grappig/funny
Dat is grappig!

Slide 9 - Diapositive

eerlijk/honest
oneerlijk
ondertussen/intussen/meanwhile
Intussen kijk ik de toetsen na.

Slide 10 - Diapositive

ik  
jij/je
u
hij /zij
wij 
jullie
zij/ze
mij
jou/je
u
hem /haar
ons
jullie
hen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

woordvolgorde in de zin
bepalingen van tijd en plaats

Hij gaat morgen naar Amerika vliegen
Ik ga volgende week in Meppel zwemmen
Hij gaat om 12 uur in de kantine eten

Slide 14 - Diapositive


A
de ellenda
B
de ellende
C
de elende
D
de elendde

Slide 15 - Quiz


A
uitnodigen
B
ontsnappen
C
verlegen
D
eerlijk

Slide 16 - Quiz


A
steeds
B
uitnodigen
C
eerlijk
D
grappig

Slide 17 - Quiz


A
eerlijk
B
achterna
C
gezellig
D
de eelende

Slide 18 - Quiz


A
ontsnappen
B
intussen
C
klaarstaan
D
de aandacht

Slide 19 - Quiz


A
reserveren
B
het geweld
C
lastig
D
zichtbaar

Slide 20 - Quiz


Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte

Wat ga je eten?
Dat lust ik niet

Wat ga je eten ?
Dat is lekker!


Wat ga je eten?
Heerlijk!


Boerenkool met worst



Kip met rijst

Tomatensoep
wat zullen we eten
taalriedel

Slide 24 - Diapositive