6 maart

Unit studentenleven
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Unit studentenleven

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
nagekeken werk terug 
formative task verslag schrijven (MB)
oefenen voor de orals
quiz Gouden ei
boekbespreking 3 min. voorbereiden
boekbespreking houden

Slide 2 - Diapositive

Het Gouden Ei - Tim Krabbé

Slide 3 - Diapositive

1. Wie zijn Rex en Saskia?
A
Broer en zus
B
Een koppel
C
Vijanden
D
Bejaarden

Slide 4 - Quiz

2.Waar ging Saskia iets te drinken halen?
A
Een tankstation
B
De supermarkt
C
De koelkast
D
De Albert Heijn

Slide 5 - Quiz

Wat is de vakantiebestemming van Rex en Saskia?
A
Hyères
B
Marina di Camerota
C
Londen
D
Ze gingen niet op vakantie

Slide 6 - Quiz

4. Bij welk benzinestation stoppen Rex en Saskia?
A
Total-Relais de Servotte
B
Venoy-Grosse-Pierre
C
Nuits St. Georges
D
Ze stoppen helemaal niet, ze rijden door.

Slide 7 - Quiz

5. Welk vertelperspectief wordt gebruikt in Het gouden ei?
A
Alwetende verteller
B
Ik-vertelperspectief
C
Wisselend (Hij/zij) perspectief
D
Auctoriale verteller

Slide 8 - Quiz

6. Hoe heet de ontvoerder van Saskia?
A
Raymond Ehlvest
B
Raymond Lemorne
C
Raymond Hofman
D
Raymond van Barneveld

Slide 9 - Quiz

7. Wat is het beroep van Raymond?
A
dokter
B
leraar scheikunde
C
leraar fysica
D
leraar biologie

Slide 10 - Quiz

8. Hoeveel dochters heeft Raymond?
A
2
B
3
C
1
D
geen

Slide 11 - Quiz

9. Is het verhaal chronologisch verteld?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

10. Wie is Lieneke?
A
Rex' zus
B
Rex' nieuwe vriendin
C
Rex' moeder
D
Rex' buurmeisje

Slide 13 - Quiz

11. Waar gaat Rex op vakantie samen met Lieneke?
A
Côte d’Or
B
Marina di Camerota
C
Londen
D
Hyères

Slide 14 - Quiz

12. Wat is GEEN thema in Het gouden ei?
A
De kracht van liefde
B
Claustrofobie
C
Dood
D
Vriendschap

Slide 15 - Quiz

13. Welk spel spelen Lieneke en Rex op het grasveldje bij het tankstation?
A
Badminton
B
Volleybal
C
Voetbal
D
hockey

Slide 16 - Quiz

14. Door wie werd het zinnetje “Rex, ik vind je lief” geschreven op motorkap?
A
Saskia
B
Sandra
C
Lieneke
D
Raymond

Slide 17 - Quiz

15. Wat deed Lemorne met Rex en Saskia?
A
Doden
B
Levend begraven
C
Aanranden
D
Bestraffen

Slide 18 - Quiz

16. Waarover gaat Saskia's en Rex' nachtmerrie?
A
Een moordenaar
B
Een gouden ei dat zweeft in een oneindig heelal
C
Een vork
D
Een Franse clown

Slide 19 - Quiz

17. Waar zat het slaapmiddel voor Rex in?
A
In een ijsje
B
In koffie
C
In thee
D
In een smoothie

Slide 20 - Quiz

18. Waarom wil Raymond een misdaad plegen?
A
Hij is gestoord
B
Hij werd verplicht
C
Hij vindt dat leuk
D
Hij wil in de gevangenis terechtkomen

Slide 21 - Quiz

19. Als 16-jarige springt Raymond Lemorne van een balkon omdat hij..
A
gevolgen van de zwaartekracht wil ervaren.
B
denkt dat hij kan vliegen
C
mogelijkheid van een sprong wil aantonen.
D
depressief is door problemen op school.

Slide 22 - Quiz

20. Lemorne verricht een heldendaad door..
A
een meisje te redden.
B
een inbreker te vangen.
C
een hond uit het water te halen.
D
agressieve vader bij zijn moeder weg te houden.

Slide 23 - Quiz

21. De wijze waarop Lemorne zijn gruweldaad voorbereidt, is te bestempelen als..

A
amateuristisch
B
uitgebreid en nauwkeurig
C
slordig
D
twijfelend

Slide 24 - Quiz

22. Waarom besluit Raymond Lemorne om Rex Hofman op te zoeken?

A
Raymond heeft medelijden met Rex.
B
heeft een advertentie geplaatst in de krant.
C
heeft een oproep gedaan op televisie.
D
geheim niet langer voor zich houden.

Slide 25 - Quiz

Boekbespreking
iedereen bereidt een korte presentatie voor
(vertel in je eigen woorden waar het boek over gaat)
of
lees een korte stuk voor uit de tekst en leg uit waarom je dat stuk hebt gekozen
of 
vragen met de spinner

Slide 26 - Diapositive

Wat weet je over de schrijfster van het boek Wael?

Slide 27 - Diapositive

Wat weet je over de hoofdpersoon uit het boek Wael?

Slide 28 - Diapositive

Waarom vlucht Wael uit Syrie? En hoe komt hij in Nederland?

Slide 29 - Diapositive

Welke vraag heb jij voor Wael? Of is er iets wat je niet begrijpt in het boek?

Slide 30 - Diapositive

Wat is jouw mening over het boek Wael?

Slide 31 - Diapositive

Veel succes
Herinnering: alleen korte punten opschrijven, geen hele zinnen

Veel succes met de orals!!!

Slide 32 - Diapositive