Zomervakantiequiz 2023

Zomervakantiequiz 2023

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zomervakantiequiz 2023

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je deze zomer gaat varen en iemand roept 'stuurboord'. Welke kant bedoelt hij dan?
A
rechterkant
B
achterkant
C
linkerkant
D
voorkant

Slide 2 - Quiz

15 seconden
Als je deze zomer op het strand een 'paperback' leest. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
spannend boek
B
boek van gerecycled papier
C
boek met harde kaft
D
boek met zachte kaft

Slide 3 - Quiz

15 seconden

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand?

Slide 5 - Question ouverte

15 seconden

Slide 6 - Diapositive

35 sec
Wat staat er in de rebus?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk liedje is hier versneld?
Welk liedje is hier versneld?
A
Wake Me Up
B
Sleepwell
C
SOS
D
the Night

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het wordt tijd voor vakantie.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ligt de hoofdstad van Griekenland?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Passieve vakantie
Actieve vakantie

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk liedje hoor je?
A
Scoren
B
Como Tu
C
Mas mas mas
D
Pa Olvidarte

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zeg je in het Frans:
'Ik weet het niet'
A
Je sais le non
B
Je ne sais rien
C
Je sais tout
D
Je ne sais pas

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

watersnip
tureluur
kievit
grutto
scholekster
wulp

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In een bak ijs zit 500 gram ijs. Daniel eet 300 gram ijs. Hoeveel % heeft Daniel van het ijs gegeten?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zeg je in het Duits:
'Hoe zeg je dat in het Duits?'
A
Wie sagst du das im Deutsch?
B
Wie heißt das auf Deutsch?
C
Wie meint man das in Deutsch?
D
Ik can nicht deutsch sprechen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de hoofdstad van Turkije?
A
Ankara
B
Antalya
C
Istanbul
D
Diyarbakir

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt er in Marokko gegeten?
A
Met de linkerhand
B
Met de rechterhand
C
Met een vork
D
Zonder handen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie de nieuwe teamleider (worden) is nog onduidelijk.
A
word
B
wordt
C
wort
D
worde

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de juiste combinaties
Schaam je je ook voor je zusje als je met elkaar op vakantie bent?
Schaam je je ook voor je zusje als je met elkaar op vakantie bent?
Schaam je je ook voor je zusje als je met elkaar op vakantie bent?
Schaam je je ook voor je zusje als je met elkaar op vakantie bent?

Bezittelijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord

wederkerig voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar in Spanje ligt Barcelona?
C
A
B
D
A
Op plek A.
B
Op plek B.
C
Op plek C.
D
Op plek D.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de beroemde kathedraal in Parijs?
A
De Eiffeltoren
B
Arc de Triomphe
C
Notre Dame
D
Panthéon

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdstad van de Verenigde Staten?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk liedje hoor je?
A
Blauwe dag
B
Als het avond is
C
De overkant
D
Weg van jou

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier hoort NIET tot de Big Five?
A
giraffe
B
olifant
C
leeuw
D
luipaard

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk Europees land wordt het meeste bier gedronken?
A
Rusland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdstad van Finland?
A
Tallinn
B
Helsinki
C
Kopenhagen
D
Stockholm

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorig jaar zijn we naar Portugal .....(reizen)
A
gereist
B
gereisd
C
gereizt
D
gerezen

Slide 30 - Quiz

10 seconden
Wat zijn buurlanden van Suriname?
A
Brazilië en Venezuela.
B
Brazilie en Frans Gyana.
C
Gyana en Colombia
D
Venezuela en Gyana

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beeldspraak?
Voetbal is oorlog
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Metonymia
D
Sarcasme

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Willem-Alexander heeft best een mooi stulpje in Griekenland.
A
Ironie
B
Understatement
C
Sarcasme
D
Hyperbool

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegen een laatkomer: Je bent weer lekker op tijd.
A
Litotes
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Understatement

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Speciaal voor mij is ze naar de ijsboer ...(sjezen)
A
gesjeest
B
gesjeesd
C
gesheest
D
gesheesd

Slide 35 - Quiz

10 seconden
Hoe vaak (barbecuen) de
gemiddelde
Nederlander per jaar?
A
barbecued
B
barbecuet
C
barbecuen
D
barbecuedt

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk land is het Nederlands, naast Nederland en België, een officiële taal?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik wens iedereen een fijne vakantie toe.
Nee, vakantie is stom.
Waarom als ik het maar leuk heb.
Nou, iedereen.
Jazeker wel
Fijne vakantie allemaal.

Slide 38 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions