Hoofdstuk 12 les 1

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12

Slide 1 - Diapositive

Horizontaal en verticaal
Wat is horizontaal?
Wat is verticaal?

Slide 2 - Diapositive

Horizontaal
Verticaal

Slide 3 - Diapositive

Horizontaal
Verticaal

Slide 4 - Question de remorquage

Deze lijn is:
A
Horizontaal
B
Verticaal

Slide 5 - Quiz

Deze lijn is:
A
Horizontaal
B
Verticaal

Slide 6 - Quiz

Instructie:
Platte figuren hebben geen diepte. Deze figuren hebben twee dimensies: een lengte en een breedte.
Daarom noem je ze Tweedimensionale figuren.

Slide 7 - Diapositive

2D figuren
Welke 2D figuren kennen we? 
Vierkant
Rechthoek
Driehoek
Cirkel

Slide 8 - Diapositive

Bekijk het figuur
De figuur heeft een lengte
en een breedte. 
Het is een tweedimensionele figuur.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Dit 2D figuur is een
A
Vierkant
B
Driehoek
C
Cirkel
D
Vlieger/ruit

Slide 11 - Quiz

Dit 2D figuur is een
A
Vierkant
B
Driehoek
C
Cirkel
D
Vlieger/ruit

Slide 12 - Quiz

Dit 2D figuur is een
A
Vierkant
B
Driehoek
C
Cirkel
D
Vlieger/ruit

Slide 13 - Quiz

3D figuren
Welke 3D figuren zijn er:
  • Kubus
  • Balk
  • Piramide
  • Bol
  • Cilinder

Slide 14 - Diapositive

Dit figuur heet een kubus. 
Een kubus is een vierkant blok dat bestaat uit 6 losse vierkanten.
Een kubus is 3D. Je kunt er omheen lopen en alle kanten zien er hetzelfde uit. 

Slide 15 - Diapositive

Dit figuur heet een bol. 

Een bol heeft dezelfde ronde vorm als een cirkel. 
Het verschil is dat een bol 3D is. 
Je kunt eromheen lopen en alle kanten zien er hetzelfde uit.

Slide 16 - Diapositive

Vertellen wat je ziet. (3D)
Een Kubus, een balk en een bol
zijn 3D-figuren. 


Slide 17 - Diapositive

3D-figuren
herkennen

1. Schrijf op welke 2D- en 
3D- figuren jij nu kent.
(1 minuut)
2. Welke 2D- en 3D-figuren zie je in het klaslokaal?
3. Wissel je antwoorden uit met een klasgenoot. (1 minuut)


2. Overleg met z'n 2-en en
kijk of je tot 4 figuren kan komen. 

Slide 18 - Diapositive

Kubus
Balk
Piramide
Bol
Cilinder

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Welk tweedimensionaal figuur zag je op de vorige afbeelding?
A
vierkant
B
driehoek
C
rechthoek
D
cirkel

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Welk tweedimensionaal figuur had het witte huis?
A
vierkant
B
rechthoek
C
driehoek
D
cirkel

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Welk tweedimensionaal figuur had de piramide?
A
vierkant
B
rechthoek
C
driehoek
D
cirkel

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Welk tweedimensionaal figuur had het zwembad?
A
vierkant
B
rechthoek
C
driehoek
D
cirkel

Slide 27 - Quiz

aan de slag met 3D-figuren
- maak met behulp van de werkbladen zelf de 3D-figuren
 kubus en driehoek
- 'personaliseer' je kubus en driehoek door deze mooi te kleuren/te versieren vóórdat je hem gaat knippen en vouwen!

Slide 28 - Diapositive