1Vf - woordenschat les 2

Nederlands - 1Vf
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands - 1Vf

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Lezen (pak alvast je leesboek!)
- Nakijken huiswerk: opdracht 1 van hoofstuk 2 Woordenschat


Slide 2 - Diapositive

Lezen
We lezen 10 minuten in stilte. Geen boek mee? Kom naar mij toe voor een vervangende opdracht. 

Slide 3 - Diapositive

Pak je laptop
En doe mee in LessonUp

Slide 4 - Diapositive

Je hebt geen woordenboek.
Hoe kun je de betekenis
van een moeilijk woord
achterhalen?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

De woordraadstrategie: zoek een omschrijving of definitie
Een onbekend woord kun je soms begrijpen doordat:
- er een omschrijving van dat woord bij staat
of
- er een definitie wordt gegeven

Een definitie is een heel nauwkeurige omschrijving van dat woord.

Slide 7 - Diapositive

Synoniemen
Als je de betekenis van een woord niet weet, dan kun je een woordraadstrategie gebruiken. Daarbij kijk je naar de context: het gedeelte rondom het onbekende woord.

Eén van die strategieën, is het zoeken naar een synoniem. Staat er in de tekst misschien wel een ander woord met dezelfde betekenis? 

Slide 8 - Diapositive

Omschrijving of definitie
Omschrijving: geeft een omschrijving van de betekenis van een woord. Zo'n omschrijving vind je ook in het woordenboek.
   

Definitie: een heel nauwkeurige omschrijving van de betekenis van een woord. In leerboeken vind je vaak definities.

Slide 9 - Diapositive

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 van H2 Woordenschat 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 1

1 voor 1 lezen we een zin voor. Kom je genummerde woorden tegen? Vertel dan wat ze betekenen. 

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1
1 twisten van mening verschillen; bekvechten
2 beargumenteren duidelijk maken waarom je een bepaalde mening hebt
3 canon (hier:) een lijst met boeken die je gelezen móet hebben
4 raamvertelling manier van vertellen waarbij één verhaal de omlijsting of het kader is/vormt van een groot aantal andere verhalen
5 de rode draad een steeds terugkerend element
6 executie uitvoering van de doodstraf; het ter dood brengen als straf
7 onvoltooid niet afgemaakt
8 gratie besluit om een gevangene niet terecht te stellen

Slide 12 - Diapositive

Woordenschat H2
Bladzijde 54
Maak de startopdracht
timer
3:00

Slide 13 - Diapositive

Manier van uitdrukken waarbij
een beeld duidelijk maakt wat je wilt zeggen.

A
alliteratie
B
attribuut
C
beeldspraak
D
klassieker

Slide 14 - Quiz

Rijm waarbij de beginmedeklinkers
van woorden of lettergrepen
hetzelfde zijn.
A
alliteratie
B
attribuut
C
parallellogram
D
klassieker

Slide 15 - Quiz

vaak gezongen lied,
veelgelezen boek, etc.
A
attribuut
B
klassieker
C
parallellogram
D
pictogram

Slide 16 - Quiz

Vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn
A
attribuut
B
parallellogram
C
pictogram

Slide 17 - Quiz

voorwerp dat aan iets
of iemand wordt verbonden
A
attribuut
B
pictogram

Slide 18 - Quiz

Maak nu opdracht 4 (blz. 56)

Slide 19 - Diapositive

1 legendarische befaamde – synoniem
2 van oudsher sinds lang – omschrijving
3 aanhankelijk gehecht – synoniem
4 jegens tegenover – synoniem
5 prototype schoolvoorbeeld – synoniem
6 epos heldendicht – synoniem
7 decennium periode van tien jaar – omschrijving

Slide 20 - Diapositive

  1. 8 dolen zwerftochten maken – omschrijving; zwerven – synoniem
9 gecamoufleerd vermomd – synoniem
10 veronachtzamen geen aandacht geven (aan) – omschrijving
11 subtiel fijntjes – synoniem
12 aangeslagen geroerd; verdrietig – synoniem

Slide 21 - Diapositive

  1. 3. dramatisch hartverscheurend – synoniem
14 iets met argusogen bekijken
iets nauwlettend in de gaten houden of met wantrouwen bekijken – omschrijving
15 argwaan wantrouwen; achterdocht – synoniem

Slide 22 - Diapositive

16 de klassieken de schrijvers, dichters en kunstenaars uit de oudheid – definitie
17 hoeder bewaker – synoniem
18 etymologie wetenschap die bestudeert en beschrijft waar woorden en uitdrukkingen vandaan komen - definitie

Slide 23 - Diapositive

a om de tuin leiden beetnemen; bedriegen 
b onverschillig laks; ongeïnteresseerd; nonchalant
c (een) opgeheven vingertje waarschuwing; vermaning
d benaderen dichterbij komen
e kritisch scherp beoordelend
f aan de kaak stellen iets wat verkeerd is onder de aandacht brengen
g nederzetting plaats; kolonie; vestiging
h afgunstig jaloers


Slide 24 - Diapositive