2.1 Hoe geef jij je geld uit?

2. Geld moet rollen
2.1 Hoe geef jij je geld uit?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2. Geld moet rollen
2.1 Hoe geef jij je geld uit?

Slide 1 - Diapositive

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
Ik kan beargumenteren waarom het verstandig is om een begroting te maken.
Ik kan uitgaven onderverdelen in vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en incidentele uitgaven.
Ik kan berekenen hoeveel geld ik moet reserveren voor een aankoop in de toekomst.


Slide 2 - Diapositive

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
Soorten uitgaven
  • Dagelijkse uitgaven
  • Vaste lasten
  • Incidentele uitgaven
De gewone uitgaven die je betaald van het huishoudgeld (bijv. eten, drinken, persoonlijke verzorging)
De uitgaven die iedere maand of kwartaal terugkomen (bijv. rekening voor gas en elektriciteit, woonlasten, verzekeringen, contributies en abonnementen)
Uitgaven die je niet zo vaak doet of die niet regelmatig zijn (kleding, meubels, vakantie, reparaties)

Slide 3 - Diapositive

Aankoop groenten en fruit
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 4 - Quiz

Aankoop van een cd-speler?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 5 - Quiz

Een abonnement op een tijdschrift?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 6 - Quiz

Aankoop van shampoo?
A
vaste lasten
B
dagelijkse uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 7 - Quiz

Abonnement van je telefoon
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 8 - Quiz

Contributie hockey
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 9 - Quiz

Reparatie van een computer?
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 10 - Quiz

Benzine tanken hoort bij de ...
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 11 - Quiz

Aankoop van een computer?
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 12 - Quiz

Een broodje kopen in de kantine
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 13 - Quiz

Huur van een huis
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Vidéo

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
Begroting

Begroting = Overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren = Je uitgaven en inkomsten op elkaar afstemmen

Slide 16 - Diapositive

Welke Nederlandse organisatie geeft advies hoe je kan omgaan met geld?

Slide 17 - Question ouverte

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
Nibud
Nibud = Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

  1. Onderzoek naar inkomsten en uitgaven van mensen     
  2. Advies geven over omgaan met geld 
  3. Advies over het maken van een overzicht van inkomsten en uitgaven. 


Slide 18 - Diapositive

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
Reserveren
Reserveren = sparen 

Slide 19 - Diapositive

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
Ik kan beargumenteren waarom het verstandig is om een begroting te maken.
Ik kan uitgaven onderverdelen in vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en incidentele uitgaven.
Ik kan berekenen hoeveel geld ik moet reserveren voor een aankoop in de toekomst.


Slide 20 - Diapositive