Clase en línea 4 Período 1
1 / 17
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Vertaal: Mijn vriendin is net zo jonge als ik.
Slide 4 - Carte mentale
¿Cuál frase es la correcta?
A
El examen de inglés is tan fácil como el de español.
B
El examen de inglés is tan fácil que el de español.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Welk woord ontbreekt bij deze zin?
El teléfono es .... (minder) caro que el ordenador.
El teléfono es .... (minder) caro que el ordenador.
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: ik ben beter in het Spaans dan mijn docent.
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
Schrijf in het Spaans:
Mijn moeder is de beste moeder van de wereld.
Mijn moeder is de beste moeder van de wereld.
Slide 10 - Carte mentale
Vertaal:
Burj Khalifa, es het hoogste gebouw ter wereld.
Burj Khalifa, es het hoogste gebouw ter wereld.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
¿Qué hace Julia? ¿Qué hace Rafael?
