2. theorie karakters-genre-perspectief

Fictie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Fictie

Slide 1 - Diapositive

  • Wat is ook alweer fictie en non-fictie?
  • Wat is perspectief?
  • Wat zijn round of flat characters?
  • Wat wordt bedoeld met het genre van een boek?
  • Quiz en zelf lezen.
Wat leren we?

Slide 2 - Diapositive

Wat is fictie?

Slide 3 - Carte mentale


A
Deze afbeelding hoort bij fictie
B
Deze afbeelding hoort bij non-fictie

Slide 4 - Quiz


Game of thrones: fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 5 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 7 - Quiz


Zijn deze boeken fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie
C
realistische fictie
D
niet realistische fictie

Slide 8 - Quiz

 

  • Belangrijke persoon in een verhaal
  • Moet meestal een probleem oplossen
  • Verandert daardoor
  • Lijkt een echte persoon
  • Heeft een duidelijk karakter.

 

  • Loopt rond in het verhaal maar is niet belangrijk
  • Je weet weinig van deze persoon
  • Soms weet je de naam maar van zijn/haar karakter weet je nauwelijks iets.
Round character
Flat character 

Slide 9 - Diapositive

Perspectief
Vanuit wie wordt het verhaal
verteld?
  • Ik-vorm of ik-perspectief
  • Het verhaal is in de ik-persoon geschreven. Je weet dat wat die persoon denkt en voelt
  • Hij of zij-perspectief
  • Verhaal is geschreven in hij of zij-vorm
  • Wisselend perspectief
  • (meervoudig perspectief). Het verhaal lees je vanuit het hoofd van meerdere personen.

Slide 10 - Diapositive

Genre
Soort verhaal.
  • Is het een verhaal waar paarden een hoofdrol spelen?
  • Speelt het boek zich vooral op een school af?
  • Is het boek vooral grappig?

Slide 11 - Diapositive

Ga naar Google Classroom van vandaag
Open de opdracht
Welk boek is dit?
Beantwoord de vragen bij elk plaatje. Je mag ook opzoeken.
Welk boek is dit?
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

  • Ga naar de link: Een boek dat bij je past.
  • Zoek een boek op dat iets voor jou is.
  • Ga daarna naar mediatheek.online.
  • Zoek op of dat boek in de mediatheek is.
  • Geef titel en schrijver aan mij door via Lessonup.
  • Volgende week krijg je jouw gekozen boek dan op school van mij.
Boeken uit de mediatheek

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive


Waar let jij op als je een boek uitzoekt?
A
titel
B
achterkant van het boek
C
schrijver
D
eerste bladzijde lezen

Slide 19 - Quiz


Waarom is een genresticker op het boek handig?
A
Je weet wat soort boek het is.
B
Je weet wie de schrijver is.
C
Je weet wat de titel is.

Slide 20 - Quiz


Op welke manier staan de boeken in de mediatheek in de kast?
A
Op titel
B
Op achternaam schrijver
C
Op voornaam schrijver
D
Op onderwerp

Slide 21 - Quiz


Geef titel en schrijver van het boek aan mij door!

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Lien

Zelf lezen
Lees elke dag 10 minuten
Boek moet 8 maart uit zijn
Half februari leg ik jullie uit welke opdracht bij het boek hoort.

Slide 24 - Diapositive