eerste les

Klas 4TD
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klas 4TD

Slide 1 - Diapositive

Voorstellen:

Mevrouw D. Jansen
Docent Nederlands
leerling- en dyslexiebegeleider


Plaatsen volgens klassenopstelling

Slide 2 - Diapositive

lesplanning
21 lessen Nederlands tot aan de start examentraining 10-4

  • Kijk- en luistertoets cito
  • Fictie (logboek en   mondeling )
  • TW 3 Leesvaardigheid

Slide 3 - Diapositive

2 lesweken tot aan de voorjaarsvakantie (zaterdag 15 februari)

4 lessen (inclusief vandaag en vrijdag verkort lesrooster) 
Klassikaal oefenen met de CITO kijk-en luisteroefeningen Nederlands

Deze lessen starten we niet met 10 minuten lezen

Slide 4 - Diapositive

Fictie 
Na de vakantie informatie over fictiebeoordeling 
(theorie, logboek en mondeling )

Boek 3 uitgekozen? (boek met een paarse sticker, kast 4vmbo) Zo niet -> actie ondernemen.
Probeer het boek alvast zelf thuis te lezen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

boordeling modeling + logboek. Verwerking + theorie fictie

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Herhaling Samengestelde zin
Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen. Het zijn twee enkelvoudige zinnen aan elkaar geplakt. Dit gebeurt met een voegwoord.

Bijvoorbeeld: 
1. Marloes is spits. Omar staat in het doel.
2. Marloes is spits en Omar staat in het doel.

Slide 9 - Diapositive

Voegwoorden
Een voegwoord zorgt ervoor dat je een samengestelde zin aan elkaar kan verbinden.

Voorbeelden van voegwoorden zijn: en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen.

Een voegwoord kan ook aan het begin van een zin staan

Slide 10 - Diapositive

EVEN OEFENEN!

Slide 11 - Diapositive

Wat is het voegwoord?
Voordat ik daarheen ga, pak ik eerst mijn spullen
A
Voordat
B
ga
C
pak
D
spullen

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Gisteren sliep ik pas laat, want ik was nog druk bezig met mijn huiswerk
A
sliep, was
B
sliep, want
C
want, was
D
was, bezig

Slide 13 - Quiz

Welk voegwoord hoort ertussen?
Ik ga een feestje geven ... mijn ouders op vakantie zijn
A
zodat
B
als
C
want
D
en

Slide 14 - Quiz

Wat is het voegwoord?
Zodra ik het huis binnen stap, moeten mijn schoenen uit
A
moeten
B
stap
C
binnen
D
zodra

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Als mijn waterfles leeg is, ga ik deze bijvullen.
A
als, is
B
is, ga
C
ga bijvullen
D
als, ga

Slide 16 - Quiz

Nakijken huiswerk 
Opdracht 1 + 2 + 3 op bladzijde 30
Maken opdracht 4 op bladzijde 31
  • Schrijf op in je schrift bij elke zin :
a. pv=      ow=    

  • Welke zinnen zijn samengesteld?
  • Noteer alle voegwoorden die in de tekst staan

Slide 17 - Diapositive

H1 Taalverzorging - samengestelde zinnen

Slide 18 - Diapositive