Les 21 (28-11)
Les 21
Frans
Le 28 novembre
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Les 21
Frans
Le 28 novembre
Slide 1 - Diapositive
Programme
- Lesdoelen
- Presentie
- Frans feitje
- Phrases Clés C
- Gramaire D
- Au travail!
- Afsluiting
- Devoirs
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Na de les...
...weet je hoe je in het Frans een vraag stelt.
...ken je woorden en zinnen die te maken hebben met eten en drinken.
Slide 3 - Diapositive
Presentie
Slide 4 - Diapositive
- Frans feitje -
Een delicatesse met een vreemd luchtje.
Wist je dat...
Er een Franse delicatesse bestaat die voor niet-Fransen vaak als weerzinwekkend wordt beschouwd. De geur schijnt zo onverdraaglijk te zijn, dat 9 van de 10 mensen alleen al bij de lucht braak neigingen krijgen. Hoe heet deze delicattes dan?
Nou, de Andouilles!
Dit zijn worstjes gemaakt van varkensdarmen, gevuld met pens van het varken. Ken je de overheersende geur van een pens staafje die je vaak aan je hond geeft? De geur schijnt hetzelfde te zijn als bij de Andouilles. Ik zou zeggen: Bon apétit!
Slide 5 - Diapositive
Phrases Clés C
Kijk mee naar p.70. Jullie gaan leren hoe je iets besteld in het Frans.
Lees mee met het blauwe blokje.
Speel nu zelf een situatie na aan de hand van exercice 14.
Slide 6 - Diapositive
Paragraphe C:
Kijk mee op p.71.
Deel I van de tâche is iets bestellen op het terras. Jullie hebben al woorden geleerd met eten en drinken als thema in voca A en B.
Nu gaan jullie de opdracht hiernaast in 3 rondes naspelen. Gebruik exact dezelfde structuur als de zinnen in het blauwe blokje.
Slide 7 - Diapositive
Grammaire D: regelmatige werkwoorden op -er
We hebben onregelmatige woorden in het Frans, zoals 'avoir'(hebben) en we hebben regelmatige werkwoorden in het Frans zoals 'parler'.
Het verschil hier tussen is, dat de uitgangen van de onregelmatige werkwoorden geleerd moeten worden. Terwijl je bij de regelmatige werkwoorden 1 rijtje uitgangen hebt, die je voor AL dezelfde werkwoorden kunt gebruiken. Kijk maar mee:
Slide 8 - Diapositive
Grammaire D: regelmatige werkwoorden op -er
Wat valt je op?
Avoir Aimer Manger Détester
J'ai J'aime Je mange Je déteste
Tu as Tu aimes Tu manges Tu détestes
Il/elle/on a Il aime Elle mange On déteste
Nous avons Nous aimons Nous mangeons Nous détestons
Vous avez Vous aimez Vous mangez Vous détestez
Ils/elles ont Ils ament Elles mangent Ils détestent
Slide 9 - Diapositive
Grammaire D: regelmatige werkwoorden op -er
Wat valt je op?
Avoir(onregelmatig) Aimer, manger, détester (regelmatig op -er)
J'ai Je -e
Tu as Tu -es
Il/elle/on a Il -e
Nous avons Nous -ons
Vous avez Vous -ez
Ils/elles ont Ils -ent
Slide 10 - Diapositive
Voorbeelden van regelmatige w.w.
De meeste werkwoorden eindigen in het Frans op -er. Kijk maar eens in je woordenlijst hoofdstuk 2:
détester, commencer, parler, manger, payer, adorer, préférer, organiser, inviter, rentrer, aider, chercher, trouver, regarder, aimer, acheter, changer, habiter.
Slide 11 - Diapositive
Stappenplan
Deze regelmatige werkwoorden vervoeg je dus als volgt:
Stap 1: haal -er eraf. aimer > aim...
Stap 2: Zet nu achter de stam, de juiste uitgang.
J'aim -e (j'aime)
Tu aim -es (tu aimes)
Il/elle/on aim -e (il aime, elle aime, on aime)
Nous aim -ons (nous aimons)
Vous aim -ez (vous aimez)
Ils/elles aim -ent (ils aiment, elles aiment)
Slide 12 - Diapositive
Je détest.....
A
-e
B
-es
Slide 13 - Quiz
Nous ador....
A
-e
B
-ons
Slide 14 - Quiz
Ils préfer....
A
-ez
B
-ent
Slide 15 - Quiz
Elle mang...
A
-e
B
-ez
Slide 16 - Quiz
Tu ______(aimer)
Slide 17 - Question ouverte
Vous _____(organiser)
Slide 18 - Question ouverte
Au travail!
Faire ex. 16a, e en ex. 17a, b, d
Klaar?
Leer de voca A en B + de uitgangen van D
timer
15:00
Slide 19 - Diapositive
Herhalen Phrases Clés C
Via Blooket gaan we nu de Franse zinnen oefenen!
Slide 20 - Diapositive
Afsluiting
Het verschil tussen onregelmatige en regelmatige werkwoorden is als volgt:
Ik kan het rijtje van uitgangen opnoemen:
Slide 21 - Diapositive
Devoirs
Apprendre zinnen Phrases Clés C + grammaire D
Faire ex. 16a, e en ex. 17a, b, d
